Ozokeriet, ook aard- of bergwas en bergtalk geheeten, is eene delfstof uit de klasse der Anthraciden. Het is ongekristalliseerd, zeer week en kleeft bij het kneden aan de vingers. Zijn soortelijk gewigt is 0,94—0,97, zijne kleur groen tot donkerbruin; het is aan de kanten doorschijnend, specerijachtig van geur, smelt bij 60—80° C., brandt met eene veel licht gevende vlam en bestaat hoofdzakelijk uit koolwaterstoffen.
Men vindt het op verschillende plaatsen bij steenkolenmijnen, waar het weleens lagen vormt ter dikte van1¼de Ned. el, zooals bij Boryslaw, waar men in 1873 ongeveer 325000 tolcentenaars ozokeriet verkreeg. Het vertoont er zich in verschillende toestanden, zoowel vast als vloeibaar, en men bezigt het tot vervaardiging van kaarsen. Men bereidt namelijk met ozokeriet eene witte soort van paraffine, die bij 60° C. smelt en uitmuntende kaarsen levert.
