(zelfstandig naamwoord)
[alg.] stang, staaf
- Balletmeisjes doen het aan de stang.
[voedsel] reep
- Bij lekkere trek is geen enkele chocoladereep veilig voor me.
[zeep] stuk, blok
- Lees hoe je zelf stukken zeep kunt maken.
[horeca] toog, tapkast; café, kroeg
- In de kroeg zit ik het liefste aan de toog.