Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

Gepubliceerd op 11-04-2022

barbecue

betekenis & definitie

(zelfstandig naamwoord)

[alg.] houtskoolrooster, rooster, braairooster, vleesrooster

- Steek nooit een braairooster aan met spiritus!

[alg.] roosterfeest, braai

- Altijd gezellig zo'n roosterfeest in de tuin.

[alg.] geroosterd vlees, aan het spit §

< >