Het begrip wik heeft 4 verschillende betekenissen:
1. wik - WIK, v. (-ken), zooveel als op de schaal der stadswaag gewogen wordt.
2. wik - WIK, v. (-ken), kleine baai, kleine golf. WIKJE, o. (-s).
3. wik - WIK, bw. (zeew.) ternauwernood; (fig.) het is wik of wak, het is zus of zoo.
4. wik - WIK, WIKKE, v. (wikken), een plantengeslacht (vicia) tot de familie der vlinderbloemigen behoorende, waarvan twaalf soorten in Nederland voorkomen, als : de vogelwikke (ook wel windsel, ringelwikke, veelbloemige vitsen, kleine wikke, nachtwikke en krok geheeten); de zachtharige wik; de Roomsche wik (of tuinboon); de heggewik; de gele wik ; de voederwik (tamme vitsen of wiek, ook wel mengzaaderwten geheeten); de latherusvormige wik ; de ruige wik (ook kleine krok, nachtwikke of duivelsgaren); de vierzadige wik ; de tengere wik en de linze.