Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie W
- WALGANG
- WALGEN
- WALGLIJK
- WALGVOGEL
- WALHAAK
- WALHALLA
- WALING
- WALK
- WALKAMER
- WALKBANK
- WALKELDER
- WALKEN
- WALKER
- WALKERIJ
- WALKHAAR
- WALKRUID
- WALKYREN
- WALLEKANT
- Wallen
- WALLENDISTEL
- WALM
- WALMACHTIG
- WALMEN
- WALMGAT
- WALMIG
- WALMTE
- WALMUUR
- WALMVANGER
- WALNOOT
- WALNOTEBOOM
- WALPOORT
- WALPURGISNACHT
- WALRAND
- WALRUS
- WALRUSSENVANGST
- WALRUSTAND
- WALS
- Walschot
- WALSEN
- WALSER
- WALSHOUT
- WALSLA
- WALSMACHINE
- WALSTEMPEL
- WALSTOEP
- WALSTROO
- WALSWERK
- WALVISCH
- WALVISCHAAS
- WALVISCHACHTIG
- WALVISCHBAARDEN
- WALVLAKTE
- WALWORTEL
- WAM
- WAMBUIS
- WAMBUISKNOOP
- WAMEN
- WAMMEN
- WAMMES
- WAMSTUK
- Wan
- WANBEDRIJF
- WANBOF
- WANBOFFEN
- WANBOFFER
- WAND
- WANDAAD
- WANDALEN
- WANDALMANAK
- WANDEL
- WANDELAAR
- WANDELBRUG
- WANDELEN
- WANDELEND
- WANDELGANG
- WANDELHANDSCHOEN
- WANDGEDIERTE
- WANEN
- WANG
- WANGBEEN
- WANGEBRUIK
- WANGELOOVIG
- WANGELUID
- Wangen
- WANGKLIER
- WANGUNNEN
- WANGUNST
- WANGUNSTIG
- WANHEBBELIJKHEID
- WANHOOP
- WANHOOPSKREET
- WANHOPEN
- WANHOPEND
- WANHOUT
- WANKANT
- WANKANTIG
- WANKEL
- WANKELBAAR
- WANKELEN
- WANKELMOEDIG
