WANDELEND - bn. wat wandelt; (nat. hist.) het wandelende blad, (phyllium siccifolium) een rechtvleugelig insect tot de familie der spoken behoorende, waarvan het wijfje sterk op een verdord blad gelijkt; de wandelende takken, eenige soorten van spooksprinkhanen (bacillus, bacteria) die sterk op takjes gelijken, de geoorde stoksprinkhaan wordt bv. 216 mM. lang en 3 mM. breed;
— hij is een wandelend geraamte, is verbazend mager; een wandelend woordenboek, iem. die veel woorden kent;
— (gew.) wandelende maden, wanneer bij onverdeelde gronden elk een volgend jaar een volgend perceel kreeg.