Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie R
- Ronddraaien
- Ronddraven
- Ronddrentelen
- Ronddrijven
- Ronddwalen
- Ronddweilen
- Ronde
- Rondeau
- Rondedans
- Rondeel
- Rondegang
- Rondement
- Ronden
- Rondenteller
- Ronder
- Rondfladderen
- Rondfleeren
- Rondgaan
- Rondgaand
- Rondgapen
- Rondgat
- Rondgeven
- Rondgluren
- Rondgonzen
- Rondgooien
- Rondgrabbelen
- Rondgrijpen
- Rondgroeien
- Rondgroeten
- Rondhaak
- Rondhakken
- Rondhangen
- Rondheid
- Rondhemd
- Rondhoepelen
- Rondhollen
- Rondhoofden
- Rondhooren
- Rondhout
- Rondhunkeren
- Rondhuppelen
- Rondigheid
- Rondijzer
- Rondisten
- Rondistenwerk
- Rondjagen
- Rondjammeren
- Rondje
- Rondjes
- Rondjoelen
- Rondjubelen
- Rondkijken
- Rondkloppen
- Rondklopper
- Rondkomen
- Rondkop
- Rondkraaien
- Rondkrielen
- Rondkruien
- Rondkruipen
- Rondkruisen
- Rondkuieren
- Rondkwispelen
- Rondleggen
- Rondleiden
- Rondleuteren
- Rondlicht
- Rondloeren
- Rondlollen
- Rondloopen
- Rondlooper
- Rondluieren
- Rondluisteren
- Rondlummelen
- Rondmaken
- Rondmallen
- Rondmarcheeren
- Rondmondhoren
- Rondneuriën
- Rondom
- Rondpeuteren
- Rondplassen
- Rondpluizen
- Rondpraten
- Rondratelen
- Rondreis
- Rondreizen
- Rondreizend
- Rondrijden
- Rondroeien
- Ronds
- Rondschaduwigen
- Rondschallen
- Rondscharrelen
- Rondschenken
- Rondschermen
- Rondschieten
- Rondschommelen
- Rondschooien
- Rondschrift