Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie O
- Overkarnen
- Overkauwen
- Overkeeren
- Overkegelen
- Overkerven
- Overkeurig
- Overkijken
- Overkijven
- Overkisten
- Overkladden
- Overklappen
- Overklauteren
- Overklauwen
- Overkleed
- Overkleeden
- Overkleedsel
- Overklein
- Overkleuren
- Overklikken
- Overklimmen
- Overklinken
- Overkluiven
- Overkluizen
- Overknabbelen
- Overknagen
- Overknap
- Overknauwen
- Overkneden
- Overknikken
- Overknippen
- Overknoopen
- Overkoeid
- Overkoel
- Overkoken
- Overkolven
- Overkomelijk
- Overkomen
- Overkomst
- Overkop
- Overkoperen
- Overkorsten
- Overkort
- Overkous
- Overkraaien
- Overkraaier
- Overkrabbelen
- Overkrachtig
- Overkrijgen
- Overkrom
- Overkroppen
- Overkruien
- Overkruien (1)
- Overkruipen
- Overkuieren
- Overkuipen
- Overkuisch
- Overkunnen
- Overkwikken
- Overlaaien
- Overlaars
- Overlaat
- Overlaatsdijk
- Overladen
- Overlakken
- Overland
- Overlandmail
- Overlang
- Overlangen
- Overlangs
- Overlangsch
- Overlangzaam
- Overlap
- Overlappen
- Overlast
- Overlasten
- Overlastig
- Overlaten
- Overlating
- Overleden
- Overledene
- Overleder
- Overleep
- Overleeren
- Overleg
- Overleggen
- Overleiden
- Overlekker
- Overleunen
- Overleven
- Overlevende
- Overlevendig
- Overleveraar
- Overleveren
- Overlevering
- Overleving
- Overlevingscontract
- Overlezen
- Overlicht (1)
- Overlicht (2)
- Overlichten (1)