Overkruien (1) - Overkruien (kruide of krooi over, heeft en is overgekruid of overgekrooien), over iets heen kruien: aardappelen het veld overkruien;
— kruiende over iets heen gaan: hij is de markt overgekruid;
— een molen overkruien, beter op den wind zetten;
— zich overkruien, (overkruide, overkrooi zich, heeft zich overkruid, overkrooien), zich door kruien te veel vermoeien, overwerken.