Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie I
- Isogeothermen
- Isogonen
- Isolatie
- Isolator
- Isoleeren
- Isolement
- Isomerisch
- Isomorphisch
- Isoperimetrisch
- Isopoden
- Isorachiën
- Isoseisten
- Isotheren
- Isothermen
- Israël
- Israëliet
- Israëlietisch
- Isthmus
- Itacolumiet
- Italiaan
- Italiaansch
- Italiaansche
- Item
- Iteratie
- Iteratief
- Itinerarium
- Itten
- Ivoor
- Ivoorachtig
- Ivoorcelpoliep
- Ivoordraaier
- Ivoorpapier
- Ivoren
- Ivorig
- Ixia
- Ixion
- Izabel
- Izabelgeel
- Izabelkleur
- Izegrim
