[uit te scheep], bw. van plaats, naar, op, in het schip: scheep gaan, scheep komen: — (veroud.) scheep! scheep, aan boord; — (zegsw.) voor iets scheep komen, zich voor het genoemde aanbieden, zich er voor uitgeven of er voor moeten doorgaan; — men moet varen waarvoor men scheep komt, men kan niet naar willekeur zijn positie veranderen; — die scheep is, moet varen, waar men eenmaal mee begonnen is, moet men mee voortgaan.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk