Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie T
- Trouvère
- Trouw
- Trouwachtig
- Trouwakte
- Trouwaltaar
- Trouwbed
- Trouwbelofte
- Trouwbericht
- Trouwboekje
- Trouwbreuk
- Trouwbrief
- Trouwdag
- Trouwdicht
- Trouwelijk
- Trouweloos
- Trouweloosheid
- Trouwen
- Trouwens
- Trouwer
- Trouwerij
- Trouwfeest
- Trouwgeld
- Trouwgoed
- Trouwhartig
- Trouwhartigheid
- Trouwhoed
- Trouwjapon
- Trouwjas
- Trouwkamer
- Trouwkleed
- Trouwknoop
- Trouwkoets
- Trouwkosten
- Trouwlustig
- Trouwmis
- Trouwpak
- Trouwpapieren
- Trouwpartij
- Trouwpenning
- Trouwplannen
- Trouwplechtigheid
- Trouwreis
- Trouwring
- Trouwstoet
- Trouwverbond
- Trouwverbreking
- Trouwzaal
- Trouwziek
- Truc
- Trucfilm
- Trucfoto
- Trucje
- Truck
- Truckstelsel
- Truckwagen
- Truditur dies die
- True poets are the guardians of the state
- Truffel
- Truffelhond
- Truffeljacht
- Truffelkwekerij
- Truffelpastei
- Truffelsaus
- Truffelworst
- Truffelzoeker
- Trufferen
- Trui
- Truïsme
- Truitje
- Trumeau
- Trunk
- Trunkschip
- Trunt
- Truntaard
- Trunte
- Truntel
- Trunten
- Trust
- Trustakte
- Trustee
- Trusteeship
- Trustgebied
- Trustkantoor
- Trustmaatschappij
- Trustvorming
- Trustwerkzaamheden
- Truten
- Truter
- Truterij
- Truth is always strange ; stranger than fiction
- Truth is truest in poesy
- Trutselen
- Truus
- Truweel
- Trypsine
- Tsa
- Tsetsevlieg
- Tsjech
- Tsjechisch
- Tsjecho-slowaaks
