Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie M
- Machteloos
- Machteloosheid
- Machtgever
- Machthebbend
- Machthebbende
- Machthebber
- Machtig
- Machtige
- Machtigen
- Machtigheid
- Machtiging
- Machtinsignes
- Machtsaanwijzer
- Machtsbetoon
- Machtsmiddel
- Machtsmisbruik
- Machtsoefening
- Machtsontwikkeling
- Machtsoverschrijding
- Machtspreuk
- Machtssfeer
- Machtsstaat
- Machtsuiting
- Machtsverheffing
- Machtsvertoon
- Machtsvolkomenheid
- Machtswellust
- Machtwoord
- Macigno
- Macis
- Macisolie
- Mackintosh
- Maçon
- Maçonniek
- Maçonniere
- Macro
- Macrobiotiek
- Macrobius
- Macrokosmos
- Macrokristallijn
- Macropsie
- Macroscopisch
- Macte animo
- Macula levis notae
- Maculatuur
- Mad
- Mad, mme
- Madam
- Madame
- Madammeke
- Madammen
- Madammetje
- Madapolam
- Madat
- Madatdoosje
- Madatpijp
- Made
- Made in germany
- Madelief
- Madeliefje
- Madera
- Maderaatje
- Maderafles
- Maderaglas
- Maderakaraf
- Maderapudding
- Maderasaus
- Madeworm
- Madig
- Madoera-voet
- Madoerees
- Madonna
- Madonnabeeld
- Madonnagezichtje
- Madras
- Madre de dios
- Madreporen
- Madreporenkalk
- Madrigaal
- Madrigal
- Madrileens
- Maduro
- Mae west
- Maeander
- Maecenas
- Maenaden
- Maeonia
- Maesta
- Maestoso
- Maestro
- Maf
- Maffen
- Maffer
- Maffia
- Maffie
- Mafje
- Mafkoe
- Magaal
- Magang
- Magazijn
