Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie M
- Maats
- Maatsbalk
- Maatschap
- Maatschappelijk
- Maatschappij
- Maatschappijconditie
- Maatschappijleer
- Maatschappijvorm
- Maatschets
- Maatslag
- Maatslagertje
- Maatstaf
- Maatsteen
- Maatstelsel
- Maatstok
- Maatstreep
- Maatton
- Maatvast
- Maatvastheid
- Maatverdeling
- Maatvoer
- Maatvracht
- Maatwerk
- Maatzang
- Maawerk
- Macaber
- Macadam
- Macadamiseren
- Macadamisering
- Macadamweg
- Macareus
- Macaron
- Macaroni
- Macaronifabriek
- Macaronipap
- Macaronisch
- Macaronischoteltje
- Macaronisoep
- Macchiavellisme
- Macchiavellist
- Macchiavellistisch
- Macedoine
- Macedonia
- Maceratle
- Macereren
- Machaoon
- Machete
- Machicoulis
- Machientje
- Machinaal
- Machinatie
- Machine
- Machine-as
- Machinebreedte
- Machinebrons
- Machineconstructeur
- Machinedagboek
- Machinedeel
- Machinedruk
- Machinefabriek
- Machinegaren
- Machinegebouw
- Machinegeweer
- Machineglad
- Machinekamer
- Machinekamertelegraaf
- Machinekolen
- Machinelenspomp
- Machinenaaister
- Machinenaald
- Machineolie
- Machinepapier
- Machinepistool
- Machineregel
- Machineren
- Machinerichting
- Machinerie
- Machineschade
- Machineschrift
- Machineschrijven
- Machineschrijver
- Machinespiritus
- Machinestenschool
- Machinetekenaar
- Machinetekenen
- Machineverf
- Machinevermogen
- Machinevet
- Machinewerk
- Machinezetsel
- Machinezetter
- Machinezetterij
- Machinist
- Machinist-bankwerker
- Machinistleerling
- Machoch, machochel, machoechel
- Machol
- Machpela
- Macht
- Macht geht vor recht
