v./m. (-en),
1. (geneeskunde) convulsie, heftige onwillekeurige samentrekking van willekeurige spieren (e); (oneig.) een — krijgen van angst, plotseling grote angst krijgen, geweldig schrikken; iemand de stuipen op het lijf jagen, hem geweldig bang maken of laten schrikken;
2. stuiptrekking;
3. kuur, gril.
(e) Stuipen komen m.n. voor bij kinderen. De samentrekkingen kunnen enkelof dubbelzijdig zijn. Het kind raakt bewusteloos en kan blauw worden als de ademhaling enige tijd stopt; soms verliest het kind urine en ontlasting. Na een stuip volgt meestal een periode van diepe slaap.Stuipen ontstaan door overprikkeling van hersenweefsel. Bij de pasgeborene is de oorzaak meestal zuurstofgebrek van de hersenen, door een hersenbloeding of -beschadiging tijdens de baring. Bij oudere kinderen kunnen stuipen optreden door te laag kalkgehalte in het bloed (→tetanie), een verhoogd ureumgehalte van het bloed (bij slechte nierfunctie), een te laag bloedsuikergehalte (hypoglycemie) en verder bij alle ziekten van hersenen of hersenvliezen.
In de peuter- en kleuterleeftijd kunnen stuipen optreden wanneer het kind snel hoge koorts krijgt, de febriele convulsies of koortsstuipen. Deze zijn meestal onschuldig. Stuipen en een enkele keer ook koortsstuipen, kunnen de eerste tekenen zijn van →epilepsie.
Op stuipen lijkende verschijnselen kunnen voorkomen bij breath holding spells: sommige kinderen gaan, als ze pijn hebben of zich boos maken, korte tijd uit alle macht huilen en houden dan de adem in. Na enkele seconden worden ze blauw of bleek, soms bewusteloos. Hierna kunnen enkele spiertrekkingen volgen; soms laten ze de urine lopen. Hierop volgt géén periode van sufheid of slaap. Breath holding spells komen vooral voor bij kinderen van 6 maanden tot 2 jaar. Behandeling is gewoonlijk niet nodig, de aanvallen gaan vanzelf over en laten geen restverschijnselen na. Men moet niet zoveel aandacht aan de aanvallen schenken dat het kind ze gaat gebruiken om zijn zin te krijgen, →groeistuip.