Stuip
v. (-en), STUIPJE, o. (-s), 1. (geneesk.) aanval van bewusteloosheid, inz. bij kinderen, waarbij meestal hevige trekkingen in armen en benen, gezicht, romp en buik optreden, eclampsie: het kind is in een stuip gebleven; de stuipen der kinderen worden door het volk voor de oorzaak gehouden van allerlei latere slechte gewoonten en eigenscha...