Occulte woorden tolk

G. de Purucker (1981)

Gepubliceerd op 03-03-2025

Nirmānakāya

betekenis & definitie

(Sanskriet). Een samenstelling van twee woor¬den: nirmāna — een deelwoord dat “vormende”, “scheppende” betekent en kāya — een woord dat “lichaam”, “kleed”, “voertuig” betekent; Nirmānakāya heeft dus de betekenis van “gevormd-lichaam”.

Een Nirmānakāya is echter in feite een toestand, die een Bodhisattva aanneemt of ingaat; een Bodhisattva is een individueel, halfgoddelijk geworden mens die, om gewone taal te gebruiken, in plaats van te kiezen voor zijn beloning in het nirvāna van een lagere graad, op aarde blijft uit deernis en mededogen met de lager staande wezens, waarbij hij zich hult in het Nirmānakāya-kleed. Wanneer aan deze toestand een einde komt, betekent dat het einde van de Nirmānakāya.Een Nirmānakāya is een volledig mens die alle beginselen van zijn constitutie bezit behalve het linga-śarīra en het daarbij behorende stoffelijk lichaam. Hij is iemand die op het bestaansgebied leeft dat onmiddellijk boven het stoffelijk gebied ligt, en zijn bedoeling daarmee is de mensen tegen zichzelf te beschermen door bij hen te zijn en hen voortdurend gedachten van zelfopoffering, van zelfvergetelheid, van geestelijke en morele schoonheid, van onderlinge hulp, van mededogen en deernis in te geven.

Exoterisch gesproken, is de Nirmānakāya het derde of laagste van wat in het Sanskriet Trikāya of “drie lichamen” wordt genoemd. Het hoogste is Dharmakāya, in welke toestand Nirvānī’s en de volledig ontwikkelde Pratyeka-Boeddha’s enz. zich bevinden; de tweede toestand is die van Sambhogakāya, die tussen de vorige en de derde, Nirmānakāya ligt. Het Nirmānakāya-kleed of de Nirmānakāya-toestand stelt degene die zich daarin begeeft in staat in aanraking en verbondenheid met de wereld van de mens te leven. Het Sambhogakāya stelt hem die in die toestand verkeert in staat zich in zekere mate bewust te zijn van de wereld van de mens en van haar leed en zorgen, maar hij heeft weinig macht of neiging hulp te verlenen. Het Dharmakāya-kleed is zo zuiver en heilig en in feite zo verheven, dat degene die het Dharmakāya bezit of zich in die toestand bevindt, praktisch geen enkel contact heeft met alles wat lager is dan hijzelf. Daarom leven en werken de Boeddha’s van Mededogen, de grootste Wijzen en Zieners en alle verheven en heilige mensen die, door hun streven gedurende tijdperken van evolutie, de innerlijke god openbaren en tot heerschappij en activiteit brengen, in het kleed van de Nirmānakāya, zo niet in stoffelijke vorm. De leer van de Nirmānakāya’s is een van de meest suggestieve, diepzinnige en mooie leringen van de Esoterische Wijs¬begeerte.

(Zie onder DHARMAKĀYA en SAMBHOGAKĀYA).

< >