Manu betekent in het esoterisch stelsel de gezamenlijke entiteiten, die aan het begin van een openbaring het eerst verschijnen en waaruit, als een kosmische boom, alles voortkomt of geboren wordt. Manu is in feite de geestelijke levensboom van iedere planeetketen van het geopenbaarde zijn.
Manu is dus in één opzicht de derde Logos; zoals de vader-moeder, Brahmā en Prakriti, de tweede is; en de eerste is wat we de ongeopenbaarde Logos noemen, of Brahman (onzijdig) en zijn kosmi¬sche sluier Pradhāna.Met andere woorden, de tweede Logos, vader-moeder, brengt de openbaring teweeg door middel van hun zoon, die in een planeetketen Manu is, de eerste van de Manu’s die in het oude Hindoese stelsel Swāyambhuva wordt genoemd.
Gedurende een Dag van Brahmā, of periode van zeven ronden, verschijnen veertien ondergeschikte of lagere Manu’s als beschermers en behoeders van de rascyclussen of levensgolven. (Zie H.P. Blavatsky, De Geheime Leer, op verschillende plaatsen). (Zie ook MANVANTARA).
Manu is eveneens de naam van een groot wetgever uit het oude India, de vermeende schrijver van de Wetten van Manu (Mānava-dharma-śāstra).