lopend

betekenis & definitie

bn.: een lopend patiënt, a) die niet behoeft te liggen, b) die in staat is zelf naar den dokter te gaan; lopend wild, viervoetig wild; een lopend oor, oog, vocht afscheidend, etterend; de lopende prijs, koers van de dag; een lopende rekening, a) rekening-courant, b) nog niet betaalde rekening; de lopende meter, voet, strekkende; het lopende jaar, de lopende week of maand, nog niet ten einde, de lopende rente, nog niet vervallen; lopend want, scheepst. los (over schijven lopend) touw- of kabelwerk, waardoor de raas en de zeilen worden bewogen; lopend water, niet stilstaand; lopend schrift, vlug schrift, dat gemakkelijk en vlug wordt neergeschreven, schuinschrift (verg. cursief), niet-staand; een lopende hand schrijven, losse, vlugge letters maken, waarbij de pen zich gemakkelijk over het papier beweegt; de lopende zaken afdoen, nog voorhanden; zegsw. dat nieuws zal zich verbreiden als een lopend vuurtje, zeer snel; het is in het oog lopend, opvallend.