Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie R
- rijstpellerij
- rijstpelmachine
- rijsttafel
- rijstveld
- rijstvogeltje
- rijswaard
- rijswerk
- rijten
- rijtoer
- rijtuig
- rijtuigkap
- rijtuiglak
- rijtuigmaatschappij
- rijtuigschilder
- rijvaardigheid
- rijvaardigheidsbewijs
- rijven
- rijvoering
- rijweg
- rijwiel
- rijwielband
- rijwielkaart
- rijwielpad
- rijwielplaatje
- rijwielschool
- rijzadel
- rijzelen
- rijzen
- rijzig
- rijzweep
- Rika
- rikkekikken, rikkikken
- rikketik
- rikketikken
- riks
- riksja
- ril
- rilde
- rillen
- rilling
- rimboe
- rimpel
- rimpelen
- rimpelig
- rimram
- rinde
- rinforzando
- ring
- ring en staf
- ringbaan
- ringbaard
- ringbestuur
- ringbroeders
- ringdijk
- ringelduif
- ringelen
- ringelmus
- ringeloren
- ringelrups
- ringen
- ringfazant
- ringgit
- ringkade
- ringkraag
- ringmeisje
- ringmerel
- ringmus
- ringmuur
- ringoven
- ringrijden
- ringrups
- ringslang
- ringsloot
- ringspoorweg
- ringsteken
- ringvaart
- ringvinger
- ringwormen
- rink
- rinkel
- rinkelbel
- rinkelbom
- rinkelen
- rinkelrooien
- rinkelrooier
- rinket
- rinkinken
- rinnen
- rins
- rinsheid
- rioleren
- riolering
- riool
- rioolstelsel
- riposteren
- rippen
- rips
- ris
- risée
- risico