Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie O
- opeisen
- open
- openbaar
- openbaarheid
- openbaarmaken
- openbaren
- openbaring
- opendoen
- openduwen
- openen
- opengaan
- opengewerkt
- openhartig
- openheid
- opening
- openingsrede
- openkoken
- openleggen
- openliggen
- openlijk
- openlopen
- openlucht museum
- openluchtschool
- openluchtspel
- openluchttheater
- openluiden
- openmaken
- openrijten
- openslaan
- openslaand
- opensluiting
- openspalken
- openstaan
- openstellen
- openteren
- openvallen
- opera
- operateur
- operatie
- operatiebasis
- operatief
- operatiekamer
- operatielijn
- operatieplan
- opereren
- operette
- operment
- opeten
- opfleuren
- opflikken
- opflikkeren
- opfrissen
- opgaaf
- opgaan
- opgaand
- opgang
- opgeblazen
- opgeld
- opgemeld
- opgeruimd
- opgescheept
- opgeschikt
- opgeschoten
- opgetogen
- opgeven
- opgewassen
- opgewekt
- opgewonden
- opgezet
- opgezetene
- opgezwollen
- opgieten
- opgooi
- opgooien
- opgraven
- opgraving
- ophaal
- ophaalbrug
- ophaalnet
- ophakken
- ophakker
- ophakkerig
- ophalen
- ophanden
- ophangen
- ophebben
- ophef
- opheffen
- ophelderen
- opheldering
- ophemelen
- ophiologie
- Ophir
- ophitsen
- ophitser
- ophoepelen
- ophogen
- ophoging
- ophoren
- ophouden