Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie V
- vleesklomp
- vleeskuip
- vleesloos
- vleesmes
- vleesmolen
- vleesnat
- vleespin
- vleespot
- vleesschotel
- vleesspijzen
- vleesvlieg
- vleesvork
- vleeswond(e)
- vleeswording
- vleesworst
- vleet
- vlegel
- vlegelachtig
- vlegelachtigheid
- vlegeljaren
- vleien
- vleiend
- vleierij
- vleinaam
- vleitaal
- vleiwoord
- vlek
- vlekkeloos
- vlekken
- vlekkenkoorts
- vlekkenwater
- vlektyphus
- vlekziekte
- vlerk
- vlerkprauw
- vleselijk
- vletschuit
- vletten
- vletterman
- vleugel
- vleugelaltaar
- vleugeldeur
- vleugelen
- vleugellam
- vleugelman
- vleugelpiano
- vleugelraam
- vleugje
- vleze
- vlezen
- vlezig
- vlg
- vlie
- vlieboot
- vlieden
- vliedheuvel
- vlieg
- vliegactie
- vliegdag
- vliegdienst
- vliegduif
- vliegekop
- vliegen
- vliegend
- vliegeneter
- vliegenier
- vliegenkampernoelie
- vliegenkast
- vliegenklap
- vliegenkleed
- vliegenlijm
- vliegenmepper
- vliegennet
- vliegenpapier
- vliegenpikker
- vliegens
- vliegensvlug
- vliegenvanger
- vliegenvangertje
- vliegenvergif(t)
- vliegenzwam
- vlieger
- vliegerij
- vliegevoluties
- vlieggat
- vlieggatschuif
- vlieghaven
- vlieghuid
- vliegkunst
- vliegmachine
- vliegoverval
- vliegroute
- vliegschool
- vliegspel
- vliegsport
- vliegtechniek
- vliegterrein
- vliegtocht
- vliegtoestel
- vliegtuig
