Gepubliceerd op 11-11-2021

vlieg

betekenis & definitie

v. vliegen (tweevleugelig insect); zie b.v. aasvlieg, eendagsvlieg, bromvlieg; zegsw. twee vliegen in één klap (of: slag), twee zaken of voordelen terzelfder tijd; geen vlieg kwaad doen, zeer zacht, goed zijn; iem. een vlieg afvangen, hem te vlug af zijn, hem een voordeeltje voor de neus wegkapen; niets afslaan behalve vliegen, van iem. die inhalig is; jongen, je zit daar niet om vliegen te vangen, om je tijd te verbeuzelen; zie arend.

< >