Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie V
- visbank
- visben
- visblaas
- visboer
- Vischnoe
- viscose
- viscount
- viscouvert
- visdiefje
- visduivel
- viseren
- visgard
- visgaren
- visgrom
- visgrond
- vishaak
- vishandelaar
- Vishnoe
- vishoek
- visibel
- visie
- visioen
- visionnair
- visitatie
- visite
- visiteboekje
- visiteformaat
- visitekaartje
- visiteren
- visiteur
- visiteuse
- viskar
- viskoper
- viskuip
- vislepel
- vislijm
- vislijn
- vislucht
- vismarkt
- vismeel
- vismes
- vismest
- visnet
- visotter
- vispastei
- visplaat
- visrecht
- visrijk
- vissaus
- visschotel
- visse
- vissen
- visser
- visserij
- visserijtentoonstelling
- visserman
- vissersdorp
- vissershaven
- visserspink
- vissersring
- vissloep
- visspaan
- visstand
- vista
- visteelt
- vistuig
- visum
- visvangst
- visvrouw
- viswant
- viswater
- viswijf
- viswijventaal
- viswinkel
- vita
- vitaal
- vitalisten
- vitaliteit
- vitamine
- vitesse
- vitlust
- vitrage
- vitrine
- vitriool
- vitrioolachtig
- vitten
- vitterig
- vitterij
- Vitusdans
- vitzucht
- vivace
- vivaciteit
- vivant
- vivarium
- vivat
- vivisectie
- vivres
- vizier
- vizierkorrel
- vizierlijn
