vleide, h. gevleid (naar de mond praten, flemen, laf prijzen, pluimstrijken, flikflooien); vorsten, zijn meerderen zegsw. de spiegel vleit niet; zich vleien met iets, een te hoge verwachting hebben van; zich vleien met een benoeming; zich gevleid voelen door.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk