Gepubliceerd op 11-11-2021

vleien

betekenis & definitie

vleide, h. gevleid (naar de mond praten, flemen, laf prijzen, pluimstrijken, flikflooien); vorsten, zijn meerderen zegsw. de spiegel vleit niet; zich vleien met iets, een te hoge verwachting hebben van; zich vleien met een benoeming; zich gevleid voelen door.

< >