Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie S
- scheepsklerk
- scheepskompas
- scheepskost
- scheepslading
- scheepslast
- scheepspapieren
- scheepsraad
- scheepsrecht
- scheepsroeper
- scheepsrol
- scheepsruimte
- scheepstimmerman
- scheepstimmerwerf
- scheepston
- scheepsverband
- scheepsvolk
- scheepswant
- scheepvaart
- scheepvaartakte
- scheepvaartlijn
- scheepvaartmuseum
- scheepvaartverkeer
- scheer
- scheerbekken
- scheerder
- scheerdoek
- scheerdoos
- scheerkwast
- scheerling
- scheerlings
- scheermes
- scheerriem
- scheers
- scheerspiegeltje
- scheerwinkel
- scheerwol
- scheerzeep
- scheerzolder
- scheg, schegge
- schei
- scheiboter
- scheidbaar
- scheiden
- scheiding
- scheidpaal
- scheidsgerecht
- scheidsman
- scheidsmuur
- scheidsrechter
- scheidsrechterlijk
- scheieren
- scheigrep
- scheik
- scheikunde
- scheikundig
- scheikunst
- scheilijn
- scheisloot
- scheiteken
- scheivocht
- schel
- scheldbrief
- Schelde
- scheldeend
- schelden
- scheldnaam
- scheldwoord
- schelen
- schelf, schelve
- Schelfzee
- schelheid
- schelklinkend
- schelknop
- schelkoord
- schelkruid
- schellak
- schellen
- schellenboom
- schelling
- schellinkje
- schelm
- schelmachtig
- schelmenpak
- schelmenroman
- schelmerij
- schelmpje
- schelms
- schelmstuk
- schelp
- schelpaarde
- schelpdier
- schelpkalk
- schelpnet
- schelpvisser
- scheluw
- schelven
- schelvis
- schelvisduivel
- schelvisoog
- schelwortel
