Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie E
- eerbetoon
- eerbewijs
- eerbied
- eerbiedig
- eerbiedigen
- eerbiediglijk
- eerbiedwaardig
- eerbiedwekkend
- eerdaags
- eerder
- eergevoel
- eergierig
- eergisteren
- eerherstel
- eerlang
- eerlijk
- eerlijkheid
- eerloos
- eerloosheid
- eermetaal
- eernaam
- eerroof
- eershalve
- eerst
- eerstaanwezend
- eerstbeginnend
- eerstdaags
- Eerste Kamer
- eersteling
- eerstgeboorte
- eerstgeboorterecht
- eerstgeborene
- eerstkomend
- eertijds
- eervergeten
- eervol
- Eerw
- eerwaard
- eerwaardig
- eerzaam
- eerzucht
- eerzuchtig
- eerzuil
- eest
- eesten
- eet
- eetaardappel
- eetbaar
- eetlust
- eetplaats
- eetservies
- eetstokje
- eetwaar
- eetzaal
- eeuw
- eeuwenheugend
- eeuwenoud
- eeuwfeest
- eeuwige stad
- eeuwigheid
- Efendi
- effect
- effectenbank
- effectenbeurs
- effectenhandel
- effectenhoek
- effectenmakelaar
- effectensociëteit
- effectief
- effectus civilis
- effen
- effenaan
- effenaf
- Effendi
- effenen
- effenop
- efficiency
- effigie
- eg
- ega, egade
- egaal
- egalisatie
- egaliseren
- égalité
- égard
- egel
- egelantier
- egelvis
- egge
- eggen
- eggerig, eggig
- ego
- egoïsme
- egoïst
- egoïstisch
- egotisme
- Egypte
- Egyptenaar
- Egyptisch
- ei