Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie A
- abdicatie
- abdiceren
- abdij
- abdis
- abdomen
- abeel
- abel
- aberratie
- abiogenesis
- abis-perkara
- abituriënt
- abject
- ablatief
- ablaut
- ablutie
- abnormaal
- abnormaliteit, abnormiteit
- abolitie
- abominabel
- abondant
- abonné
- abonnement
- abonnementsconcert
- abonnementskaart
- abonnent
- abonneren, zich
- aborigines
- abracadabra
- Abraham, Abram
- abrégé
- abreviatie
- abrikoos
- abrogatie
- abrupt
- absent
- absenteïsme
- absenteren, zich
- absentie
- absentielijst
- abside
- absint(h)
- absis
- absolutie
- absolutisme
- absolutist
- absoluut
- absolveren
- absorberen
- absorptie
- absoute
- abstinent
- abstinentie
- abstract
- abstractie
- abstraheren
- absurd
- absurditeit
- abt
- abuis
- Abundantia
- abuseren
- abusief
- abusievelijk
- acacia
- Acad
- academicus
- academie
- academieburger
- academiestad
- academisch
- acanthus
- acatène
- Acc., acc
- accelerando
- acceleratie
- accent
- accentuatie
- accentueren
- accepi
- accept
- acceptabel
- acceptant
- acceptatie
- acceptenboek
- accepteren
- acceptie
- acces
- accessit
- accessoires
- accident
- accidentale
- accidenteel
- accijns
- acclamatie
- acclimatatie
- acclimatatietuin
- acclimateren
- acclimatisatie, acclimatiseren
- accolade
- accommodatie
