Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie A
- Attica
- Attila
- Attisch
- attorney
- attractie
- attraperen
- attributief
- attribuut
- au
- au courant
- au fait
- au fond
- au pair
- au porteur
- au revoir
- aubade
- aubet
- auctie
- auctionaris
- aucuba
- audiëntie
- auditeren
- auditeur
- auditeur-militair
- auditie
- auditorium
- auerhoen
- aueros
- Augias
- augiusstal
- augur
- augurenlach
- augurk
- Augustus
- aula
- Aulis
- aurea bulla
- aureool
- Aurora
- auscultatie
- ausculteren
- auspicium
- auster
- austraal
- austraallicht
- Australië
- Australiër
- Australisch
- aut(o)
- autarchie
- autarkie
- auteur
- auteurschap
- auteursrecht
- auteurswet
- authenticiteit
- authentiek
- auto-da-fé
- auto-suggestie
- autobiograaf
- autobiographie
- autobiographisch
- autobox
- autobus
- autochroomplaat
- autochthonen
- autochthoon
- autoclaaf, autoclave
- autocraat
- autocratie
- autocratisch
- autodidact
- autogeen
- autograaf
- autographie
- autographisch
- autoline
- automaat
- automatisch
- Automedon
- automobiel
- automobilisme
- automobilist
- automobilistisch
- autonomie
- autonomist
- autonomistisch
- autonoom, autonomisch
- autoped
- autopsie
- autorisatie
- autoriseren
- autoritair
- autoriteit
- autotype
- autotypie
- autowiel
- aval
- avaleren
- avalist
