Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

ZUTFEN, Gerrit van

betekenis & definitie

aldus genaamd naar zijne geboorte plaats, was een der meest vermaarde Geleerden der Veertiende Eeuwe, en omtrent het midden van dezelve geboren. Met de beoefening der Wijsbegeerte paarde hij die der Godgeleerdheid, als zijne hoofdstudie.

Ook ging hem de naam na van welspreekend Redenaar. Te Keulen bekleedde hij den post van Hoogleeraar in zijne meest beoeffende weetenschap. Daarenboven zou hij, naar de gedagten van zommigen, Regulier Kanunnik geweest zijn. In en omtrent den Jaare 1390 wordt hij gezegd, zijnen meest bloeienden tijd gehad te hebben. De volgende Schriften heeft hij nagelaaten:Quasliones Sententiarum notabiles.

Sermonum Variorum liber unus.

Qtuæsiones quodlibitariæ.

Zie ZWEERTH Athene Belgicae; VALERIUS ANDREAS, Bibliotheca Belgica.

< >