Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

Yzendyke (Stad)

betekenis & definitie

YZENDYKE is een klein Steedje, drie uuren gaans beoosten Sluis gelegen, niet verre van eenen kleinen inham van de Schelde, den Blik geheeten, die de Stad voor deezen bespoelde. Het was eertijds eene zeer sterke Plaats, en het omliggend Land kon 'er onder water gezet worden; doch wordt thans van weinig belang gerekend.

Het bedijken van het Zuiddiep, in den Jaare 1688, heeft de gelegenheid van Yzendijke zeer veel doen veranderen. Het Wanty, dat voorheen in het Zuiddiep viel, daar nu de dwarsweg legt, valt thands digt bij de Jonkvrouwen-Schans. Zedert is de grond rondom de Stad zo hoog opgezet, dat ’er het hoogst Getijde zelf zelden bij kan. Daar voor het Jaar 1688 de Schepen voeren, heeft nu, al veele jaaren lang, de Ploeg gegaan en het Vee geweid.De Vestingwerken bestaan ’er uit zes Bolwerken, een Ravelijn, een halve Maan, eenige omgelegen’ Reduiten en eene goede Graft. Daar liggen gewoonlijk eenige Kompagnien Voetvolk in Yzendijke, onder ’t bevel van een’ Kommandeur, die een’ Majoor onder zich heeft.

Even buiten Yzendijke, aan de Zuidzijde der Stad, is een Fort van vier Bolwerken opgeworpen, de Jonkvrouwen-Schans geheeten, alwaar een Detachement Soldaaten, onder ’t opzigt van eenen Majoor, in gelegd is. Een weinig bewesten deeze Schans is de Reduit de Schaapstal.

Yzendijke is al in den aanvang der Tiende Eeuwe bekend geweest. Men vindt, in de brieven der Utrechtsche Kerke van dien tijd, gewag gemaakt van drie Kerken, gewijd aan St. MARGAREET, St. KATHARYN en St. JAN, die te Yzendijke, in het Land Gasterna aan de Rivier Beverna, gestaan zouden hebben. In Maij des Jaars 1604, maakte MAURITS, Graaf van Nassau, zich meester van het Steedje Yzendijke. Hij hadt ’er zeven dagen voor gelegen, toen de Bezetting, die groot gebrek aan versch water hadt, het Steedje aan hem over gaf.

Men hadt, ’s daags te vooren, eenen Trompetter des Prinsen, die de Vesting kwam opeischen, naa dat hij tweemaal geblaazen hadt, moedwillig dood geschooten. En dit was oorzaak, dat de Bezetting geene de minste Krijgseer, bij het uittrekken, bedingen kon. Yzendijke is, zedert, behalven dat het, in ’t ongelukkig Jaar 1747, in Fransche handen viel, altijd in de magt der Algemeene Staaten gebleeven.

Men heeft maar zes Straaten binnen Yzendijke. Het getal der Huizen beloopt honderdzesënvijftig, en dat der Inwooneren omtrent driehonderd, zonder de Vrouwen en Kinderen te rekenen. De Gereformeerde Kerk wordt ’er door twee Predikanten bediend. Zij wordt tamelijk wel onderhouden. Men bewaart ’er nog eenen Ladder in, met welken de Spaanschen weleer voor hadden de Stad te beklimmen. De Roomschgezinden hebben ’er ook een Kerkhuis. Het geweezen Stadhuis, dat aan bijzondere lieden verkogt is, heeft eenen Toren, en verders niets merkwaardigs.

Men heeft twee Krijgsmagazijnen te Yzendijke, die onder ’t opzigt van eenen Kommis staan. Het voornaamste Gebouw der Stad is het Huis, dat de Heer HELIEUL aldaar gstigt heeft, ’t welk, zo wel als de Kerk, van verre gezien wordt. Dit Huis is, etlijke jaaren geleeden, door de Stad gekogt en wordt nu tot een Stadhuis gebruikt.

De Regeering van Yzendijke bestaat uit één’ Baljuw, één’ eersten Hoofdman, zes Hoofdmannen en één’ Griffier, die te gelijk het Ampt van Ontvanger der Stad bekleedt. De Baljuw wordt, voor zijn leven, door den Hoogbaljuw van het Vrije van Sluis aangesteld. De Hoofdmannen worden jaarlijks, door Afgevaardigden van het Vrije, veranderd. Zij begeeven het Ampt van Griffier en Ontvanger, dat voor het leven bekleed wordt.

Voor meer dan eene Eeuw, is ’er merkelijk geschil geweest, tusschen de Regeering van Yzendijke en het Kollegie ’s Lands van de Vrijen. De Hoofdmannen gaven zich den naam van Schepenen, en beweerden onafhankelijk van het gemelde Kollegie te zijn. In ’t Jaar 1622, wierdt ’er een Verdrag tusschen de partijen getroffen, en bij de Algemeene Staaten bevestigd, volgens het welke de verkiezing van Hoofdmannen en een dubbel getal door dezelven benoemd, geheel aan het Kollegie van de Vrijen gelaaten wierdt. Der Hoofdmannen Vonnissen, in burgerlijke zaaken, zouden, onder borgstellinge, ter uitvoeringe gebragt kunnen worden; doch men zou zich, van dezelven, op het Kollegie 's Lands van de Vrijen kunnen beroepen. De kennis van lijfstraffelijke zaaken bleef alleen tot het gemelde Kollegie behooren. De Hoofdmannen, eenige nieuwe Keuren willende maaken, moesten dezelven aan het Kollegie voorhouden, dat ’er zijne goedkeuring aan zou geeven. Wijders moesten alle Keuren,

op den naam van het Kollegie, afgekondlgd worden. De Hoofdmannen behielden wel de bestiering over de Middelen der Stede; doch moesten daar van jaarlijks rekening doen aan het Kollegie, of deszelfs Afgevaardigden. Het opstellen van Excijnzen over Yzendijke zou ook alleen aan het Kollegie blijven behooren. De Ampten van Griffier, Ontvanger, Boden en andere mindere Bedienden zouden, door de Hoofdmannen, vervuld worden. Kort naa het maaken van dit Verdrag vernieuwden de Hoofdmannen van Yzendijke de oude geschillen. Doch de Algemeene Staaten beslisten dezelven, bij eene Ordonnantie van den tweeëntwintigsten Januarij 1630.

In dezelve wierdt den Hoofdmannen uitdrukkelijk verbooden, zich den titel van Burgemeesters en Schepenen aan te maatigen. En zij kreegen 'er bevel in, om zich, op de verbeurte van honderd Guldens, stiptelijk, volgens de gemaakte overeenkomst, te gedraagen.

Met het verkiezen der Regeeringspersoonen van Yzendijke gaat het op deeze wijze toe. De Afgevaardigden van het Kollegie van de Vrijen begeeven zich jaarlijks na Yzendijke, alwaar de Baljuw der Stad, nevens de regeerende Hoofdmannen, eene benoeming van veertien Persoonen gemaakt hebben, die, na het overleveren der Rekeningen, ’t welk des Woensdags naa Pinksteren geschiedt, en naa dat de regeerende Hoofdmannen bedankt zijn, aan de Afgevaardigden wordt overgeleverd. Deeze verkiezen terstond zeven Hoofdmannen, uit de zeven regeerenden, en de veertien benoemde Persoonen; en de Pensionaris van ’t Vrije maakt de Verkiezing, op staande voet, van ’t Stadhuis, aan het Volk bekend. Wanneer 'er een Hoofdman sterft, wordt zijne plaats, door het Kollegie van de Vrijen, met een’ ander’ Persoon vervuld.

De Admiraliteit van Zeeland heeft eenen Licentmeester binnen Yzendijke, tot het ontvangen der inkomende en uitgaande Regten.

Zie Tegenwoordige Staat van Staats-Vlaanderen.

< >