Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

Zie Staat der Nederl. II. Deel, bl. 141.

betekenis & definitie

Bij andere Schrijvers vind men deze Dorpen, Aarle en Beek, als twee bijzondere gesteld, schoon de aangewezen Schrijver ze als onder een mengt, ten minden opzettelijker spreekt van Beek, dan van Aarle.

Uit een oud Handschrift, behelzende de tax der steden van de Hertogen van Braband, over de Stad en ieder Dorp der Meijerij van ‘s Hertogenbosch, van ‘t Jaar 1406, is mij, echter, gebleeken, dat ze onderscheiden zijn: want, onder ‘t Schoutheid Ambacht van Peelland (staat ’er): item Beeke, Aarle, en de Rijxstel CIX Oudschilde I derdendeel: in de Schattingen over de Haarsteden, Ao. 1515 gedaan, door de Staaten van Braband, te betaalen bij ‘t Halfjaar. Verder staan ze insgelijks, onder ‘t Kwartier van Peelland, in de Meijerij, Aarle, Rixtel en Beek, als drie onderscheidene Dorpen, aldus: Aarle en Rixtel, 879 Gl. 4 ft. 3 penn. Daarna Beek bij Aarle 123 Gl. 16 St. ‘t Is waar, ‘t geen men bij Jonker M., van der Houve, in de Lijst der Smaldeelingen des Hertogdoms Braband, getrokken uit de Novennale Bede, van 140,000 Guldens, voor de twee derde deelen, leest; schoon ‘t eerste naast aan de waarheid schijnt te koomen: want aldaar ziet men ‘t woord Aarlebecke te zaam gevoegd.

„In de gemelde Jaarlijksche Schatting, genaamd Beede, van 140,000 Gl. - stond de geheele Meijereij van den Bosch gesteld op 19379 Gl. 16 St. 3 Penn. - In deeze Som moest het kwartier Peelland, (een der vier kwartieren van de Meijerij) draagen 5692 Gl. 10 ft. 3 penn. - die omgeslagen zijnde, over de 26 of 27 Dorpen, en eenige Gehugten deezes kwartiers, kwam Aarlebeeke te staan, te zamen met Rixtel, op 363 Gl. 3 St.”

Doch als men dit vergelijkt met de voorgemelde oude Lijsten, zal men gemaklijk kunnen opmaken, dat hier door den Schrijver, of Drukker, een fout zal begaan zijn, gesteld hebbende Aarlebeeke en Rixtel, voor Aarle, Beeke, en Rixtel. Met te meer regt mag men dit besluiten, om reden, dat men in dit zelfde kwartier van Peelland nog een fout begaan vind, alwaar men leest Stitout, in plaatze van Stiphout.



In dit Aarle dan, welk wij voor een onderscheiden Dorp van dat van Beek houden, plagt voorheen een Kapel te staan, Onze Lieve Vrouw op ‘t Zant genaamd, welke plaats, om de voorgewende Mirakelen, die aldaar geschied zouden zijn, van een grooten toeloop van Roomschgezinden bezogt werd.

In ‘t Kerkelijke behooren onder den Ring van Peelland, Aarle, Beek en Lieshout.



Zie OUDENHOVEN, Bef. van den Bosch, II. Deel, bl. 19. 82, en 84. VAN DER HOUVE, Handv. Kronijk, II. Deel, fol 367.

< >