een uitlander, doch die in Holland een goed gedeelte van zijn leeven heeft gesleeten, en ook gestorven is. Hij was een Vlaamsch Edelman, gebooren te Maulebrac, waar van zijn Vader Heer was.
Deeze, bespeurende zijns Zoons natuurlijke neiging en geschiktheid tot de Schilderkunst, beval hem aan de zorge van den vermaarden LUCAS DE HEER, en vervolgens aan die van PIETER UDALRIC. Op den ouderdom van zesentwintig jaaren deedt hij eene reize na Rome, en vertoefde ’er drie jaaren, om vervolgens Duitschland te doorreizen. Te Weenen vertoefde hij eenigen tijd, geduurende welken hij verscheiden Eereboogen schilderde, ter gelegenheid der aanstaande staatelijke intrede van Keizer RUDOLFUS. Toen keerde hij na zijn Vaderland te rug; ‘t welk hij, egter, om de opkoomende geschillen en onlusten om den Godsdienst, wel haast moest verlaaten. Hij begaf zich na Kortrijk, en vondt ’er een bestaan aan het beschilderen van verscheiden Kerken. Met den voorraad, aldaar verzameld, na zijne geboorteplaats willende wederkeeren, wierdt hij, op de reize, van struikroovers overvallen, naakt uitgeschud en van alles beroofd. In deezen nood liet hij zijne gedagten gaan over Holland, en nam het besluit om zich na Haarlem te begeeven, als vermaard door menigte van Kunstenaaren. De gelukkige uitslag wettigde deeze keuze.
In de kunstkweekende Stad vondt hij een rijklijk bestaan, zo met het penseel, als met de pen. Want VERMANDER was niet slegts een uitsteekend Schilder, maar ook een niet ongevallig Dichter, en in verscheiden takken van weetenschappen niet onbedreeven. Behalven eene menigte van Dichtwerken, heeft men van hem eene Verhandeling over de Schilderkunst, en eene Leevensbeschrijving der Nederlandsche Schilders, die, zedert, door HOUBRAKEN vervolgd is. VERMANDER overleedt in den Jaare 1607, in den ouderdom van achtënvijftig jaaren; nalaatende eenen Zoon, insgelijks KAREL genaamd, die zijnen Vader in bekwaamheid evenaarde, en door den Koning van Deenemarken na dat Rijk genodigd zijnde, aan het Hof zijne dagen met roem heeft geëindigd.
Zie PILES, Vie des Peintres.