Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 15-03-2024

VAN LOON, Geslagt van

betekenis & definitie

een vermaard Nederlandsch Geslagt, uit Brabant afkomstig, doch om de binnenlandsche beroerten en vervolgingen om den Godsdienst, van daar gevlugt na Holland, alwaar het, inzonderheid te Amsterdam, in eere en aanzien is gekoomen, zo door gewigtige posten van Regeeringe, als door huwelijksverbintenissen met de doorluchtigste familien. De Geslagtrekening neemt haaren aanvang van:

JAN VAN LOON, gehooren te ‘s Hertogenbosch, en, in den Jaare 1532, aldaar getrouwd met Anna Hamer, bij welke hij drie kinderen verwekte:

1. Marten van Loon, gehuwd met N. N. en bij haar Vader van

- Anna van Loon, die in ‘t huwelijk tradt met Nikolaas Heijngaau, van welken verscheiden afstammelingen zijn voortgesprooten.

2. WILLEM VAN LOON, die volgt.
3. Metgen van Loon, kinderloos overleeden.

WILLEM VAN LOON, gebooren te ‘s Hertogenbosch, in den Jaare 1537, en in den echt gecreeden, in den Jaaren 1561, met Petronella van Roy, vondt zich, in den Jaare 1577, genoodzaakt, om het vuur der vervolgingen te ontwijken, zijne geboorte- en woonplaats te verlaaten. Met zijne Echtgenoote en twee kinderen, heimelijk ter Stad uitgeweeken zijnde, begaf hij zich na Rotterdam, alwaar hij zijn vast verblijf nam. Nevens meer andere goederen, hadt hij vooraf zijn Geslagtregister gezonden na Embden, aan eenen Klaas Janszoon van der Horst. Ongelukkig wierdt dit, zedert, aldaar vermist; en deeze ramp alzo de oorzaak, waarom geene vroegere Voorzaaten van dit Geslagt bekend zijn. De Heer WILLEM VAN LOON was een der eerste Bewindhebbers der Oostïndische Maatschappije ter Kamer Rotterdam, ten tijde van derzelver oprigting, in den aanvang der jongstvoorgaande Eeuwe. Hij overleedt, op den zestienden Julij des Jaars 1618, het tweeëntachtigste zijns Ouderdoms, naalaatende vier kinderen:

1. Johanna van Loon, voor de eerste maal getrouwd met Joost Hessels, die bij haar verwekte eene dogter,

- Camelia Hesfels, die de Echtgenoote wierdt van Goddert Kerkring, van welke veele afstammelingen zijn voortgesprooten, nog heden bekend.

Haar tweede huwelijk, met Dirk van Offenberg, is insgelijks vrugtbaar geweest in eene menigte naakoomelingen.

2. HANS VAN LOON, die volgt.
3. Lieve van Loon, getrouwd met Maria van Eyck, van welken geene naazaaten in weezen zijn.
4. Anna van Loon, getrouwd met Adriaan Spiering, Schepen en Raad der Stad Delft, als mede Bewindhebber der Oostïndische Maatschappije in die Stad, die te zamen eene talrijke naakoomelingschap gehad hebben.

HANS VAN LOON, gebooren in den Jaare 1577, in ‘s Hertogenbosch, voor dat zijne Ouders die Stad ontvlugt waren, verkoos, in den Jaare 1604, zijne woonplaats te Amsterdam, en wierdt aldaar Bewindhebber van de Oostïndische Maatschappije. Reeds in den Jaare 1597,was hij, te Haarlem, in ‘t huwelijk getreeden met Anna Ruychaver, dogter van Marten Ruijchaver, Burgemeester der laatstgenoemde Stad, en Hoogheemraad van Rhijnland; welke Ruijchaver op den achtëntwintigsten October des Jaars 1570, in ‘t huwelijk was getreeden met Alida van der Laan, met welke hij meer dan vijftig jaaren in den echt geleefd heeft: zo als blijken kan uit de volgende regels, gegraveerd op gouden en zilveren gedenkpenningen, die op het Eeuwfeest, bijkans een jaar naa den vijftigjaarigen trouwdag, te weeten, den zesëntwintigsten September des Jaars 1621, gevierd, onder de bruiloftsgasten wierden uitgedeeld:

„Vijftig jaar t’zaam ons trouw en echt volbragt

Zien wij (Godt lof!) de vrucht van ons geslagt.’'

Het zelfde geluk, als zijn behuwd vader, genoot ook HANS VAN LOON, zijnde hij met zijne Huisvrouw tweeënvijftig jaaren getrouwd geweest. In den Jaaren 1647 hunnen gulden bruiloft vierende, hadden zij, op het voetspoor hunner Ouderen, insgelijks gouden en zilveren Gedenkpenningen doen vervaardigen. Op de eene zijde zag men de Wapens der Echtgenooten; op de andere zijde stondt dit bijschrift te leezen:

„De Liefde blijft in eeuwigheit, Geloof en Hoop vergaan;

Als Liefd’ noch jaar, noch tijt verbeijt, is ‘t Jubeljaar voldaan.”

De Heer HANS VAN LOON overleefde zijne Huisvrouw nog etlijke jaaren; hij overleedt op den zevenden April des Jaars 1658, in den ouderdom van tachtig jaaren; hebbende zeven kinderen verwekt:

1. Geertruid van Loon, getrouwd met Mr. Dirk Graswinkel, Ridder van de Kroon van Zweden en van S. Markus, Advokaat Fiskaal van Holland, kinderloos gestorven.
2. NICOLAAS VAN LOON, die volgt.
3. WILLEM VAN LOON, volgt insgelijks.
4. PIETER VAN LOON, zal mede volgen.
5. Anna van Loon, gebooren den achttienden Augustus des Jaars 1637, wierdt de Echtgenoote van Willem Niepoort, Raad en Rentmeester der Domeinen van Noordholland, Ambassadeur van wegen Hun Hoog Mogende de Staaten der Veréénigde Gewesten aan het Hof van Groot Britannie. Zij overleedt op den zevenëntwintigsten November des Jaars 1687, naalaatende een dogter,

Anna Niepoort, gebooren den vierden December des Jaars 1648, en op den eersten November des Jaars 1676 getrouwd met Arend Vinck, Advokaat in ‘s Graavenhage, die te zamen afstammelingen gehad hebben.

6. Marten van Loon, getrouwd, op den negentienden April des Jaars 1644, met Anna Hasselaar, dogter van Nikolaas Hasselaar, Schepen en Raad der Stad Amsterdam, en in het volgende jaar, op den tienden Junij, overleeden, naalaatende eenen Zoon,

- Nikolaas van Loon, op den eenëndertigsten Julij des Jaars 1716, ongehuwd overleeden.

7. Lieve van Loon, Raad der Stad Amsterdam, als mede Schepen in de Jaaren 1676 en 1685, op den negentienden September des Jaars 1645, in ‘t huwelijk getreeden met Catharina Geelvinck, dogter van Jan Geelvinck, Burgemeester, Schepen en Raad der Stad Amderdam. Hij overleedt op den vierëntwintigsten Januarij des Jaars 1692, naalaatende eene dogter,

- Anna van Loon, die gebooren was op den negenden November des Jaars 1649, en op den negenden Januarij des Jaars 1674, in den echt tradt met Mr. Joan Geelvinck, Heere van Castricum, Schepen en Raad der Stad Amsterdam, Kolonel van de Burgerij, en Bewindhebber der Oostindische Maatschappije ter Kamer Amsterdam. Zij overleedt op den twintigsten Augustus des Jaars 1683, moeder zijnde van twee kinderen:

a. Lieve Geelvinck, en
b. Catharina Clara Geelvinck.

NIKOLAAS VAN LOON, oudste Zoon van HANS VAN LOON en Anna Ruijchaver, gebooren op den veertienden Junij des Jaars 1602, Raad der Stad Amsterdam, als mede Schepen in de Jaaren 1653, 1657, 1659, 1660, 1662 en 1664, tradt in het huwelijk, op den zesëntwintigsten Maij des Jaars 1624, met Emmerentia van Veen, van Alkmaar, en beleefde met haar den vijftigjaarigen trouwdag, welke op den zesëntwintigsten Maij des Jaars 1674 staatelijk gevierd wierdt. Even als zijn Vader en Grootvader van Moeders zijde, wien die zonderling lot insgelijks bejegend was, liet hij, op dit voorval, eenen Gedenkpenning vervaardigen, op welken men de volgende regels las:

„Mijn Vaders en mijn Grootvaers lot

Van vijftig jaar in d’echt te leven

Wert mijn met vreugt vergunt van God,

God gun ‘t ook aan mijn Zoons en Neven.”

De Heer NIKOLAAS VAN LOON overleedt, op den negenëntwintigsten December des Jaars 1675, in den ouderdom van ruim drieënzeventig jaaren, nalaatende drie kinderen:

1. Marten van Loon, in de maand Maij des Jaars 1689, in goeden ouderdom, ongehuwd overleeden.
2. ADRIAAN VAN LOON, die volgt.
3. WILLEM VAN LOON, volgt insgelijks.

ADRIAAN VAN LOON, straks genoemd, gebooren den zesëntwintigsten October des Jaars 1631, was Commissaris der Stad Amsterdam, en begaf zich in ‘t huwelijk, op den eenëntwintigsten November des Jaars 1656, met Kornelia Hunthum, Pieters dogter, met welke hij vierenzestig jaaren in den echt geleeft heeft. Op het gulden Bruiloftsfeest, gehouden in de maand November des Jaars 1706, wierden, onder de Gasten, Gedenkpenningen uitgedeeld, met het volgende bijschrift:

„Driemaalen schonk de goede God

Mijn Ouders agter een het lot

Van vijftig jaar getrouwt te leven,

Wij volgen dat gezegent spoor,

En danken daar den Hemel voor,

Die ‘t ook gelust heeft ons te geven.”

De Heer ADRIAAN VAN LOON, die op den eenëntwintigsten Januarij des Jaars 1722, in den ouderdom van ruim negentig jaaren, overleedt, hadt verscheiden kinderen verwekt, doch tevens het ongeluk van ze allen te overleven; zijnde drie derzelven vijftig en meer jaaren oud geworden, en allen ongehuwd gestorven. Een zijner kinderen was,

- Mr. Nicolaas van Loon, in den Jaare 1710 Schepen van Amsterdam.

Mr. WILLEM VAN LOON, broeder van den hoogbejaarden ADRIAAN, straks vermeld, gebooren op den derden September des Jaars 1633, Bewindhebber der Oostïndische Maatschappije ter Kamer Amsterdam, Raad dier Stad, Schepen in de Jaaren 1663, 1678, 1679, 1681 en 1682, Burgemeester in den Jaare 1686, tradt in ‘t huwelijk, op den dertienden Maart des Jaars 1663, met de Zuster van zijns broeders Echtgenoote, Catharina Hunthum, Pieters dogter, en overleedt op den zevenëntwintigsten April des Jaars 1695, hebbende de volgende kinderen verwekt:

1. PIETER VAN LOON, die volgt.
2. Emmerentia.
3. Nicolaas.
4. Kornelia, en
5. Willem van Loon, allen ongehuwd gestorven.
6. JAN VAN LOON, die insgelijks volgt.
7. ADRIAAN VAN LOON; zie hier naa.

PIETER VAN LOON, straks genoemd, was Bewindhebber der Oostïndische Maatschappije ter Kamer Amsterdam, en wierdt in den Jaare 1708 Raad dier Stad. Op den negenden Julij des Jaars 1697 was hij getrouwd met Josina van Loon, Pieters dogter, Kleindogter van HANS VAN LOON, boven vermeld, en overleedt op den zevenëntwintigsten Maart des Jaar 1716, nalaatende de volgende zes kinderen:

1. Willem van Loon, ongehuwd.
2. Pieter van Loon, getrouwd met Eva Raey.
3. Jan van Loon, ongehuwd.
4. Agnis Josina van Loon, getrouwd met Willem Sticker, Wigboltszoon, Commissaris der Stad Amsterdam.
5. Catharina Wilhelmina van Loon, en
6. Anna Emmerentia van Loon, beiden ongehuwd overleeden.

Mr. JAN VAN LOON, Zoon van den Burgemeester WILLEM VAN LOON, en broeder des naastvoorgaanden, was Bewindhebber der Westïndische Maatschappije, Kolonel van de Burgerije der Stad Amsterdam, als mede Raad dier Stad, en Schepen in de Jaaren 1724, 1726, 1728 en 1731. Hij is tweemaalen getrouwd geweest. Zijne eerste Echtgehoote was de Zuster van zijns broeders huisvrouwe, Machtelt van Loon, met welke hij op den vijftienden Augustus des Jaars 1706 in ‘t huwelijk tradt, en bij welke hij verwekte:

- Willem van Loon, Janszoon, Commissaris der Stad Amsterdam.

Naa ‘t overlijden deezer vrouwe, hertrouwde hij, op den tweeëntwintigsten Februarij des Jaars 1724 met Maria Cornelia Munter, dogter van den Burgemeester Kornelis Munter, en wierdt bij haar Vader van:

- Jan van Loon.



ADRIAAN VAN LOON Junior, jongste broeder der voorgaanden, was Bewindhebber der Oostïndische Maatschappije ter Kamer Amsterdam, en Schepen dier Stad in de Jaaren 1714 en 1716. Op den zevenëntwintigsten November des Jaars 1712 tradt hij in ‘t huwelijk met Apollonia Loten, Jakobsdogter, Raad der gemelde Stad, en verwekte bij haar de volgende kinderen:

1. Adriaan van Loon.
2. Jakoba Bregitta van Loon.
3. Jakob van Loon, Commissaris der Stad Amsterdam.

WILLEM VAN LOON, reeds voorheen vermeld, als de tweede Zoon van HANS VAN LOON en Anna Ruychaver, Commissaris der Stad Amsterdam in den Jaare 1641, voorts Raad, en Schepen dier Stad in den Jaare 1644, is tweemaalen getrouwd geweest: eerst, in den Jaare 1632, met Maria Geelvink, Jansdogter; vervolgens met Margareta Bas, Nicolaas dogter. Uit het eerste huwelijk wierdt gebooren slegts één Zoon:

JAN VAN LOON, die ter vrouwe nam Wendelina Bas, Jakobs dogter, en bij haar verwekte drie dogters:

1. Maria van Loon, gehuwd aan Marten van Loon, hier naa te vermelden, onder de kinderen van PIETER VAN LOON, Zoone van HANS VAN LOON.
2. Wendela van Loon, gehuwd aan Wigbolt Slicher, Wigbolts Zoone, Schout, Schepen en Raad der Stad Amsterdam, en bij hem Moeder van eenen Zoone:

- Willem Slicher.

3. Agatha van Loon, getrouwd met Nicolaas Calkoen, Korneliszoon, Schepen en Raad der Stad Amsterdam, die bij haar verwekt heeft vier kinderen:
a. Anna Calkoen.
b. Jan Calkoen.
c. Kornelis Calkoen.
d. Nicolaas Calkoen.

Bij zijne tweede Echtgenoote verwekte de Heer WILLEM VAN LOON de vier volgende kinderen:

1. Anna van Loon, gebooren den twaalfden Julij des Jaars 1638, en op den zesden Maij des Jaars 1659, in den echt getreeden met Mr. Willem Blaauw, Schepen der Stad Amsterdam, die bij haar verwekt heeft twee kinderen:
a. Willem Blaauw.
b. Geertruid Blaauw.
2. NICOLAAS VAN LOON, Willemszoon, Baljuw van Voshol, gebooren den vijfden December des Jaars 1639, begaf zich in ‘t huwelijk met Maria Berewout, Jans dogter, en wierdt bij haar Vader van:
a. Willem van Loon, die geene naazaaten heeft gehad.
b. Elizabeth van Loon, gehuwd aan Jan de Mareez.
3. Maria van Loon, gebooren den achttienden April des Jaars 1669, voor de eerste maal, in den echt verbonden met Johannes Nieupoort, Willemszoon, Raad en Rentmeester Generaal der Graaflijkheids Domeinen van Noordholland. Zij hertrouwde met Mattheus Valckenburg, Pensionaris der Stad Haarlem, en overleedt op den vijfden Maart des Jaars 1709. Beide huwelijken waren onvrugtbaar geweest.
4. Mr. FREDERIK WILLEM VAN LOON, gebooren den negenëntwintigsten Junij des Jaars 1644, Commissaris der Stad Amsterdam in den Jaare 1687, vervolgens Raad, en Schepen in de Jaaren 1700 en 1703, begaf zich in ‘t huwelijk, op den zevenden April des Jaars 1682, met Alida van Loon, dogter van Pieter van Loon, hier naa te melden, en overleedt, zonder kinderen, op den zestienden Januarij des Jaars 1708.

PIETER VAN LOON, boven vermeld, als de derde Zoon van HANS VAN LOON en Anna Ruychaver, Commissaris der Stad Amsterdam, in den Jaare 1652, en Bewindhebber der Oostindische Maatschappije ter Kamer aldaar, wierdt in den echt verbonden, op den eenëndertigsten Augustus des Jaars 1631, met Anna van Foreest, Nannings dogter, en overleedt op den veertienden November des Jaars 1679, nalaateude vier kinderen:

1. Anna van Loon, gebooren den zevenden Augustus des Jaars 1634, en, op den vijfëntwintigsten Januarij des Jaars 1678, gehuwd aan Jan Vinkel; doch heeft geene kinderen gehad.
2. PIETER VAN LOON, gebooren den eersten April des Jaars 1641, nam ter Vrouwe Agneta Graswinkel, Abrahams dogter, met welke hij meer den vijftig jaaren in den echt geleefd heeft. Ter gedagtenisse van dit voorval, waar van zijn eigen Geslagt vier, en dat zijner Huisvrouwe, twee voorbeelden uitleverde, liet hij, even als de anderen, eenen Gedenkpenning vervaardigen, en op het staatelijk Bruilofsfeest onder de Gasten uitdeelen, hebbende het volgende bijschrift daarop gegraveerd:

„Zes maal weleer is ‘t goude feest

In ons geslagt geviert geweest.

Wij, die dat heden nog beleven,

Besluiten het getal van zeven,

En danken voor dat seldzaam lot

Met hart en ziel den goeden Godt.”

Bij zijn overlijden, waar van wij den tijd niet vermeld vinden, heeft hij nagelaaten twee kinderen:

a. Josina van Loon, en
b. Machtelt van Loon, beiden boven reeds vermeld, als gehuwd aan Pieter en Jan van Loon, Zoonen van den Burgemeester WILLEM VAN LOON.
3. Alida van Loon, gebooren den dertienden Maart des Jaars 1645, gehuwd aan Frederik Willem van Loon, hier boven vermeld, overleedt, zonder kinderen, op den achtsten Januarij des Jaars 1706.
4. Marten van Loon, gebooren den vijfëntwintigsten Maij des Jaars 1647, wierdt Commissaris der Stad Amsterdam, in den Jaare 1704, Raad in den Jaare 1707, en was Schepen in den Jaare 1705. Zijne Echtgenoote was Maria van Loon, Jans dogter, boven genoemd; doch hij hadt bij dezelve geene kinderen. Zijn overlijden viel voor op den eersten Augustus 1723.

< >