een oud en aanzienlijk Amsteldamsch Geslacht, dat veele braave Regeerings Persoonen heeft voorrgebrag. Mr. ALBERTUS GEELVINCK was, in het Jaar 1674, Schepen, en in 1690, Raad. Mr. COENRAAD GEELVINCK, in 1689 Commissaris; CORNELIS GEELVINCK, in 1646 Commissaris, in 1650 Raad, in 1657 Schepen, in 1673 Burgemeester.
JAN CORNELIS GEELVINCK, in het Jaar 1612 Commissaris; in 1624 Raad en Schepen; in 1626 Burgemeester.
Mr. JOHAN GEELVINCK, in het Jaar 1672 Commissaris; in 1672 Raad.
Mr. JOHAN GEELVINCK, in het Jaar 1759 Commissaris; in 1765 Schepen.
Mr. LIEVE GEELVINCK, in het Jaar 1755 Commissaris.
Mr. NICOLAAS GEELVINCK, in het Jaar 1735 Schepen; in 1744 Raad; in 1747 Burgemeester; zie van hem t’ Art. AMSTRDAM, op het Jaar 1748.
Mr. NICOLAAS GEELVINCK de Jonge, in het Jaar 1764 Schepen; in 1765 Raad.
Mr. CORNELIS GEELVINCK, Heer van Kastrikom, in het Jaar 1672 Raad, en tevens Kolonel der Schutterij, werd, door den Raad, gemagtigd, om met en benevens den Kolonel ROETER ERNST, de Schutters en huislieden onder de Stads Jurisdictie in den nuttigen wapenhandel te oeffenen. Ook beschermde hij, nevens andere Leden van den Raad en Krijgsraad, den Burgemeester DE GRAAF, wanneer deeze door het gemeen werd aangevallen. Hij word mede geteld onder de geenen, die, na de vernietiging van het Eeuwig Edict, zig genegen zoude getoond hebben, om WILLEM DEN III, Prins van Oranje, tot de Graaflijkheid te verheffen. In het Jaar 1683 was hij. een der Commissarissen, aangesteld tot het onderzoek van den voorslag, door den Stadhouder, als hoofd der bezending in de Vroedschap, gedaan. In het volgende Jaar werd hij, als President-Burgemeester, verzogt, om het woord aan den gestoorden Stadhouder te doen. De Heer GEELVINCK ziende dat de Prins in vollen galop het Stadhuis voor bij wilde rijden, verzogt hem, dat hij Burgemeesteren de eer wilde aandoen, om eenige verversching te gebruiken; maar de Prins weigerde dit met een fier gelaat, zonder eenig teken van beleeftheid te geeven; rijdende door de Kaltserstraat, en zo de poort uit. Naderhand veranderde zijne Hoogheid, en de Heer CORNELIS GEELVINCK was een der vertrouwelingen, aan wien de togt van Prins WILLEM geopenbaard werd.
GEELVINCK, CORNELIS werd, in het Jaar 1674, aangesteld als Kapitein van een Kompagnie Sfads Soldaaten.
GEELVINCKG, DERK, was, in het Jaar 1684, Secretaris van Amsteldam.
GEELVINCK, JAN CORNELISZOON, had rijklijk zijn aandeel ïn de twisten, tusschen Amsteldam en den Stadhouder, zo wel in het Jaar 1638, als in die berugte verschillen van het Jaar 1650, waar in hij, ais een braaf Regent, ijverig voor Stads en Staatsbelang weikzaam was.
GEELVINCK, Mr. LIEVE werd, in het Jaar 1727, Ambachtsheer van Leimuiden en Vreezekoop. In het Jaar 1734 was hij een der Gecommitteerden, om den Prins en Prinses van Oranje, uit naam der Staaten van Holland, te begroeten-
GEELVINCK, ANNA ELISABETH, Weduwe van den Heere JAN LUCAS PELS, stgtte, in het Jaar 1757, drie woningen in het Corvers Hofje.
Zie WAGENAAR, Beschrijving van Amsteldam.