De afschudding van het Spaansche dwangjuk, door onze Voorouders, was eene gemeene zaak, welke door de vereenigde poogingen van aanzienlijken en geringen volvoerd wierdt. Van den gelukkigen uitslag des werks daalt de roem inzonderheid neder op de Grooten, om dat de naamen van deeze, bij de Historieschrijvers, zijn opgetekend, die der anderen, als minder bekend, meestal, verzweegen worden.
Intusschen hebben ook de laatsten een regtmaatigen eisch op de dankbaare hoogagting der naakoomelingen, zo ras deezen behoorlijk onderrigt zijn, aan wien zij dien tol te betaalen hebben. De persoon, boven genoemd, is een dier lieden van eene laage Klasse, welker naamen der vergeetelheid verdienen ontrukt te worden, om dat zij de zaak der Vrijheid, op hunne wijze, hebben voorgestaan. LYN TAAYEN, naamelijk, was een Visscherman, in de Stad Veere woonagtig. Nevens eenen zijner Stadgenooten, van de zelfde handteeringe, KOEYEVLEESCH genaamd, onledig in zijne kostwinning en bedrijf, hadt hem het ongeluk getroffen, in de handen der Spanjaarden te vervallen, en in den Briel in hegtenis gesteld te worden. Hier zat hij, zijns toekoomenden lots onzeker, ten tijde, als de Stad aan de Watergeuzen overging. JAN VAN KUIK, Heer van Erpt, naa de bemagtiging, binnen die Stad gekoomen, diende hem ten voorspraake, en bragt te wege, dat hij, nevens zijnen makker, zonder daar voor eenig losgeld te betaalen, op vrije voeten wierdt gesteld. Tot de hunnen wedergekeerd, gaven ze breed op van de edelmoedigheid der Geuzen, en, misschien daarenboven der Spaansche overheerschinge moede zijnde, deeden ze al wat in hun vermogen was, om het gemeen onder de Veerenaars tegen de Spanjaards op te stooken.
Onder dit alles was de Heer VAN ERPT binnen de Stad gekoomen. Hier vernam hij de denk- en handelwijze der twee Visschers: weshalven hij deszelven bij zich ontboodt, en dezelven overhaalde tot de belofte, zij zouden hunne medeburgers tragten over te haalen, om de wapens tegen de Spanjaards op te vatten. De volvoering volgde spoedig op de belofte, met den gelukkigen uitslag, dat de Stad Veere binnen weinige dagen, tot ‘s Prinsen zijde overging. Aan TAAYEN en KOEYEVLEESCH behoort derhalven de eere der medewerkinge tot het aanwinnen, voor de zaak der Vrijheid, van eene Stad van geene kleine aangelegenheid.
Zie BoR.
