Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

Schaap (Gerard)

betekenis & definitie

SCHAAP, (Dr. GERARD) Heer van Kortehoef, was een Regent van zeer veel aanziens en gezags, in zijne gehoortestad Amsterdam, en bekleedde, van tijd tot tijd, de gewigtigste posten van Regeeringe.

In den Jaare 1624 verkoozen zijnde tot Raad in de Vroedschap, nam hij, in dat zelfde jaar, zitting in Schepensbank. Sedert zat hij aldaar nog vier onderscheidene reizen, in de jaaren 1626, 1629, 1634 en 1635, om vervolgens, in den Jaare 1637, het Burgemeesterlijk gestoelte te beklimmen.Tien maalen bekleedde hij, zedert de eerste reize, deeze hoogaanzienlijke waardigheid: te weeten, in de Jaaren 1641, 1644, 1646, 1648, 1652, 1657, 1658, 1661, 1664 en 1665. Geduurende de Jaaren 1654, 1655 en 1656 hadt Dr. SCHAAP zitting in het Kollegie der Gecommitteerde Raaden van Holland en Westfriesland; in de Jaaren 1631, 1632 en 1633 in de Rekenkamer van Holland; en in de Jaaren 1649, 1650 en 1651 in den Raad van Staate. Zonder merkelijke tusschenpoozen, was hij dus, in de eene of andere hoedanigheid, in het bewind geweest, geduurende den tijd van ruim veertig jaaren. Boven en behalven dit alles, was nog de Heer GERARD SCHAAP tot het volvoeren van eenen last gebezigd, aanwijzende het groot vertrouwen, welk in hem gesteld wierdt. Nevens de Heeren ALBERT SONK, Oud-Burgemeester en Hoofdschout der Stad Hoorn, en JOACHIM VAN ANDRÉE, Eersten en Voorzittenden Raad in den Hove van Friesland, vertrok hij, in den Jaare 1644, in Gezantschap na Deenemarke, om eenen Vrede tusschen dat Koninkrijk en Zweeden te bemiddelen, en tevens bij den Deenschen Koning aan te houden op de herstelling der bezwaarnissen over ’t verhoogen der Zondsche Tollen, overeenkomstig met een Verdrag, honderd jaaren te vooren daar omtrent aangegaan.Zie Regeeringslijsten van Amsterdam en J. WAGENAAR, Vaderl. Historie.

< >