Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

Sande (Frederik van den)

betekenis & definitie

SANDE, (FREDERIK VAM DEN) gebooren te Arnhem, in den Jaare 1577, beklom, door zijne vlijtige beoeffening en grondige ervarenis in de kennis der Regtsgeleerdheid en Staatkunde, de aanzienlijke posten en waardigheden, tot welke zo wel een eerlijk gemoed als diepe kennis wordt vereischt. In zijne Geboortestad bekleedde hij de Burgemeesterlijke waardigheid, wierdt vervolgens Raad en Fiskaal in het Hof van Gelder en Zutfen, en nam, in het einde van zijn leeven, zitting in de Vergadering der Algemeene Staaten in ’s Graavenhage. In den bloei zijns leevens wierdt bij, in de genoemde Hofplaats, weggerukt, in den ouderdom van veertig jaaren.

Meermaalen bediende men zich van hem tot gewigtige bezendingen, zo aan den Hertog VAN BRUNSWYK, als aan deeze en geene Steden van het vermaarde Hanze Verbond. Boven dit alles vondt nog de Heer VAN DEN SANDE ledigen tijd, tot het zamenstellen en doen drukken van eenige Regtsgeleerde Werken: onder deeze munt uit ’s Mans Commentarius in Gelriae et Zutphaniae Consuetudines feudales.Zie VAL. ANDREAS Biblioth. Belgica.

< >