Heeren van NAALDWYK, een overoud en aanzienlijk Geslagt, volgens VAN LEEUWEN, uit Koninklijken bloede voortgesprooten. Behalven een Slot, in het boven gemelde Dorp, nu reeds voor lang verdweenen, bezaten ze ook een huis te Leiden, op de Breestraat, tegenover het Stadshuis. Men verhaalt dat men, in het omgraaven der fundamenten van dit Gebouw, aan dezelve eenen steen heeft gevonden, waar op te leezen stonden de naamen der Romeinsche Keizeren M. AURELIUS ANTONINUS en L. AURELIUS VERUS. Duister, intusschen, is de volgreeks der vroegste leden des doorluchtigen Geslagts. De eerste, welken men met zekerheid daar van genoemd vindt, was
WILLEM VAN NAALDWYK, vermeld in den Jaare 1250. Den naam zijner Huisvrouwe vinden wij niet vermeld, maar wel eenen Zoon van hem,
BOUDEWYN VAN NAALDWYK, Ridder, en, zo wel als zijns Opvolgers, betijteld met den naam van Maarschalk van den Graave van Holland. In den Jaare 1296 was hij Kastelein op het Slot te Wedenesse, in Westfriesland, waar binnen hij belegerd wierdt door de Friezen: zodat hij zich moest overgeeven. Hij liet naa
N. van Naaldwijk, getrouwd met Hugeman van Zevenbergen, Zoon van Willem van Strijen, die van zijnen Grootvader, Willem van Strijen, het Land van Zevenbergen hadt geërfd, en eerste Heer van Zevenbergen was.
WILLEM VAN NAALDWYK, stigter van een Kapittel te Naaldwijk van eenen Deken en zes Kanunniken. In tamelijk gevorderden ouderdom sneuvelde hij, in den Jaare 1345, nevens Graave WILLEM en veele andere Edelen, in een Gevegt tegen de Friezen, bij Stavoren. Uit zijn huwelijk, met Sophia van Raaphorst, dogter van Gerrit van Raaphorst en Agnes van Duivenvoorde, wierdt gebooren
HENRIK VAN NAALDWYK, Ridder en Maarschalk van Holland. In den Jaare 1306 verzelde hij Hertog Albregt op eenen togt tegen de Friezen. Hij hadt in huwelijk eene dogter uit den Huize van Schalkwijk, en verwekte bij dezelve:
WILLEM VAN NAALDWYK, die volgt.
Kleisje van Naaldwijk, getrouwd met N. van Matenesse.
Haasje van Naaldwijk, in den Jaare 1381 gehuwd met Gijsbrecht van Hardenbroek, en bij haar Stamvader des Geslagts van dien naam.
WILLEM VAN NAALDWYK, straks genoemd, Ridder en Maarschalk van Holland, overleedt in den bloei zijns leevens, naa alvoorens, bij Sophia van Teilingen, dogter van Dirk van Teilingen en van eene dogter des Heeren van Heukelom, verwekt te hebben:
HENRIK VAN NAALDWYK, die volgt.
Barta van Naaldwijk, getrouwd met Dirk van Poelgeest, Zoon van Gerrit van Poelgeest, Heere van Homade, Ridder, en van Beatrix van Schoonhout, overleeden, met kinderen, in den Jaare 1419.
Willelmina van Naaldwijk, de echtgenoote van Gerrit van Poelgeest, Ridder, Zoone van Jan van Poelgeest, en broeder van de vermaarde Aleid of Alida van Poelgeest, Bijzit van Hertog ALBREGT, in den Jaare 1392, door eenige Hovelingen, op het Buitenhof in 's Graavenhage, omgebragt.
Haasje van Naaldwijk, getrouwd met Floris van Maalstede, Vlaamsch’ Ridder.
Sophia van Naaldwijk, zonder kinderen gestorven.
HENRIK VAN NAALDWYK, boven vermeld, Ridder en Maarschalk van Holland, overleeden in den Jaare 1419, hadt, bij Catharina van Heenvliet, in den Jaare 1421 gestorven, verwekt:
I. WILLEM VAN NAALDWYK, die volgt.
II. Adriaan van Naaldwijk, kinderloos gestorven.
III. ALBERT VAN NAALDWYK, Heer van Bergambagt, in Zuidholland, Dijkgraaf van den Krimpener Waart, nam ter Vrouwe N. N. van Vleuten, uit het Sticht van Utrecht, en teelde bij haar:
1. ADRIAAN VAN NAALDWYK, die volgt.
2. Jakob van Naaldwijk, vermeld op den Jaare 1477.
3. Henrika van Naaldwijk, Ambagtsvrouwe van Bergambagt, en gehuwd aan Gerrit, Heere van Vliet, Polsbroek, Oukoop en Aartsbergen, Zoone van Jan van Vliet, Ridder, en van Beatrix, Bastaartdogter van Graave Willem van Beijeren. Zij hadden kinderen.
4. Catharina van Naaldwijk, huisvrouwe van Paulus van Haastrecht, Willems Zoone, Heere van Tilborg, Loon, Druinen en Goorle.
5. Elizabeth van Naaldwijk, eerst getrouwd met Michiel van Soutelande, en, naa diens overlijden, met Jan van Vianen van Jaarsveld.
ADRIAAN VAN NAALDWYK, Albertszoon, naa zijns Vaders dood, Heer van Bergambagt, van den Aanhang der Hoekschen, holp, in den Jaare 1482, de Stad Hoorn, bij verrassing, inneemen. Hij was getrouwd met Agnes van den Woude, dogter van Jakob van den Woude, Heere van Warmond en Alkemade, en van Reinoutje van Brakel, van Dordrecht, en verwekte bij haar
a. Jan van Naaldwijk, Ridder, Heer van Bergambagt, een ijverig voorstander van de gezinte der Hoekschen. Naa in eenen Scheepsstrijd, op de Lek, zijne vrijheid verlooren, en, geslaakt zijnde, op de Zuiderzee geschuimd, en de Eilanden Texel en Wieringen bemagtigd te hebben, week hij ten Lande uit, na Frankrijk, en storf te Parijs. Hij hadt in huwelijk gehad Gillisje van der Lek, of Polanen, dogter van Diderik van der Lek, Ridder, en van Alida van Egmont, voormaals Weduwe van Floris van Kijfhoek, Schildknaap. Vermits hij geene kinderen naliet, kwam, naa zijn overlijden, zijne Heerlijkheid Bergambagt in den Huize van Nijvelt.
b. Jakob van Naaldwijk, zonder kinderen overleeden.
c. Adriana van Naaldwijk, getrouwd met Willem van Nijvelt, van Utrecht, bij welke hij verwekte,
Frederik van Nijvelt, in den Jaare 1530, Heer van Bergambagt; die ter Vrouwe nam Steventje de Gruiter, en bij dezelve, behalven andere kinderen, Vader wierdt van
Willem van Nijvelt, Heere van Bergambagt, gestorven in den Jaare 1543, zijnde getrouwd geweest met Agnes Foeijt, en, bij haar, Vader van
Willem van Nijvelt, Heere van Bergambagt, Lid der zamenverbondene Edelen, in den Jaare 1566; in den Jaare 1572 Baljuw van Zuidholland en Hoofdschout van Dordrecht, en vervolgens Kastelein van Muiden en Drost van Gooiland. Hij overleedt in den Jaare 1608, het zeventigste zijns ouderdoms. Driemaalen was hij getrouwd geweest: eerst met Catharina Ram, van Utrecht; vervolgens met Agatha Booth, dogter van Aart Booth, Meesterknaap van de Wildernisse en Baljuw van den Hage, naderhand Kastelein van Franeker en Grietman van het Bildt; en eindelijk met Agnes Tserraats, Weduwe van Diderik van Duivenvoorde. Alleen uit het eerste huwelijk verwekte hij kinderen, te weeten:
(1) Willem van Nijvelt, in den Oorlog tegen de Friezen ongetrouwd gesneuveld.
(2) Adam van Nijvelt, Kapitein, daar naa, in den Jaare 1583, Baljuw van Schoonhoven, en in den Jaare 1595 overleeden. Twee Vrouwen hadt hij gehad: Eva van Bonnargia en Anna van Galen, Weduw van Jan van Ysselstein. Het laatste huwelijk was kinderloos, doch het eerste gezegend met vier kinderen:
(a) Arend van Nijvelt, Gouverneur van Schenkenschans, in den Jaare 1608 ongehuwd overleeden.
(b) Frederik van Nijvelt, Heer van Bergambagt, Gouverneur van Woudrichem, en, in de Jaaren 1618 en 1619, een der Afgevaardigden van 's Lands Staaten op het Sijnode te Dordrecht; getrouwd met Anna van Uitteneng, bij welke hij kinderen verwekte.
a. Abraham van Nijvelt, in Engeland, zonder kinderen, gestorven.
b. Catharina van Nijvelt.
d. Agnes van Naaldwijk, getrouwd met Jan van Nederveen, Hofmeester van den Graave van Nassau, in den Jaare 1457. Zij overleefde haaren Man, en wordt, als Weduwe, vermeld in den Jaare 1503.
e. N. van Naaldwijk, Nonne te Warmont.
f. N. van Naaldwijk, Nonne te Delft.
IV. Philips van Naaldwijk, zonder kinderen gestorven.
WILLEM VAN NAALDWYK, boven vermeld, Ridder en Maarschalk, Raad en Rentmeester Generaal van Holland, overleeden in den Jaare 1444, verwekte, bij Willemina van Egmont, Vrouwe van Wateringe, de volgende kinderen:
I Henrik van Naaldwijk, Heer van Wateringen, Capelle op den Yssel, Ridder en Erfmaarschalk van Holland. Het Slot te Wateringe deedt hij vervaardigen tot een Klooster voor Monniken. In den Jaare 1465 nam hij deel in den Krijg tegen de Luikenaars, en overleedt in den Jaare 1496. Uit zijn huwelijk, met Machtelt van Raaphorst, dogter van Bartholomeus van Raaphorst, was slegts ééne dogter gebooren,
Willemina van Naaldwijk, Erfgenaame van Naaldwijk, Capelle en Wateringen, gehuwd aan Jan, Burggraave van Montfoort, overleeden in den Jaare 1506 en Moeder van twee kinderen.
1. Machtelt van Montfoort, Vrouwe van Naaldwijk, Capelle en Wateringe, getrouwd met Robbert van der Mark, Heere van Arenberg, en, in den Jaare 1550, in hoogen ouderdom overleeden, naa den dood van haaren Zoone,
Robbert van der Mark, Heere van Arenberg, overleeden in den Jaare 1536, gehuwd met Walburg van Egmont, Zuster van Maximiliaan, Graave van Buuren, en bij haar Vader van
Robbert van der Mark, eersten Graave van Arenberg, in den Jaare 1543, te Brussel getrouwd met Anna, Zuster van Jan, Markgraave van Bergen op den Zoom, doch, reeds in 't volgende jaar, in den bloei zijns leevens, zonder kinderen overleeden. Van hier dat, naa het overlijden van Machtelt van Montfoort, Weduwe van den Heere van Aremberg, Naaldwijk met Capelle, en de andere goederen, nevens Aremberg, overgingen op Margareta van der Mark, haare Kleindogter, en Zuster van de derden van der Mark, die tot Man hadt Jan van Ligne, Heer van Berbancon, Zevenbergen, Noordeloos, Heemskerk, enz. welken zij eenen Zoon baarde, Karel genaamd, zedert Graaf van Aremberg, Baanderheer van Naaldwijk en Zevenbergen, Maarschalk van Holland.
2. Barbara van Montfoort, gehuwd aan Maximiliaan van Hoorne, Heere van Gaasbeek, en bij haar Vader van
a. Philips van Hoorn, Proost van St. Jan, te Utrecht.
b. Maarten van Hoorn, Baanderheer van Gaasbeek, gestorven in den Jaare 1570, hebbende, bij Anna van Croij, Vrouwe van Stavele, verwekt
(1) Georg van Hoorn, Graaf van Houtekerke, getrouwd met Leonora, dogter van Lamoraal, Graave van Egmont.
(2) Philips van Hoorn, Heer van Heezen, in den Jaare 1580, te Quesnoi, in Henegouwen, onthoofd.
(3) Maria van Hoorn, getrouwd, eerst met Philips, Graave van Egmont, daar naa met Gaspar van Geneve, Marquis van Lullin; doch zonder kinderen gestorven.
II. Jan van Naaldwijk, getrouwd met Alida Grebbert, dogter van Nikolaas Grebbert, te Leiden, en bij haar Vader van
1. Willem van Naaldwijk, zonder kinderen.
2. Catharina van Naaldwijk, tweemaal gehuwd, eerst met Jakob Suis, vervolgens met Mr. Gerrit van Berkenrode, doch kinderloos gestorven.
3. Peternella van Naaldwijk, Nonne te Gouda.
III. ADRIAAN VAN NAALDWYK, die volgt.
IV. Catharina van Naaldwijk.
V. Izabelle van Naaldwijk, Moeder van kinderen, bij Jan van Hodenpijl, Zoone van Jan van Hodenpijl en van N. N. van Barlemont.
VI. N. van Naaldwijk, Nonne.
ADRIAAN VAN NAALDWYK, zo even genoemd, eerst getrouwd met Petronella van Floris en daar naa met Dirkje van Haaften, verwekte uit zijn eerste huwelijk,
JAN VAN NAALDWYK; hij leefde nog in den Jaare 1503, en wierdt, bij Geertruid van Haaften, uit Gelderland, Vader van:
1. ADRIAAN VAN NAALDWYK, die volgt.
2. Willem van Naaldwijk, Monnik in de Abtdij van Middelburg.
3. Henrik van Naaldwijk, getrouwd met N. van Alphen, bij welke hij verwekte Henrik van Naaldwijk, in Spanje ongehuwd overleeden.
4. Jan van Naaldwijk, Kanunnik, en Protonotaris van Rome.
5. Alida van Naaldwijk, eerst Nonne, doch naderhand getrouwd met Antonij van Liedekerke, Lijfarts van den Hertog van Kleef.
6. Barbara van Naaldwijk, getrouwd met N. van Kuik, Heere van Meteren.
ADRIAAN VAN NAALDWYK, straks genoemd, overleedt in den Jaare 1507, te Leiden, nalaatende, bij Alida van Ophemert, gezegt Bloemendaal:
1. JAN VAN NAALDWYK, die volgt.
2. Josina van Naaldwijk, getrouwd met Adriaan van Zwieten, Zoon van Kornelis van Zwieten en van Anna van Borselen, Adriaans dogter. De Heer van Zwieten was lid der zamenverbondene Edelen, en, in den Jaare 1572, tegenwoordig in de bemagtiging van den Briele. Zedert wierdt hij Stadvoogd van Gouda, en overleedt aldaar, in den Jaare 1584.
JAN VAN NAALDWYK, straks vermeld, verwekte, bij Francoise van Naaldwijk, van Zierikzee,
Adriana van Haamstede, welke tot haaren eerste Man hadt Willem van Gistelles, in Vlaanderen, Kapitein, gesneuveld in den Veldslag van den Jaare 1600. Haar tweede Man was Henrik Sitton, Engelsche Kolonel, en deeze, bij haar Vader van Maximiliaan Sitton.
Heer JAN, naa het overlijden zijner eerste Vrouwe, hertrouwd zijnde met Anna van Kuilenburg, Weduwe van Jan van Drongelen, verwekte bij dezelve ADRIAAN VAN NAALDWYK, in wiens naakoomelingen het aanzienlijk Geslagt is uitgestorven.