HEENVLIET, EENE Heerlijkheid en Stede, in het Land van Voorn, ten Noorden van de Maaze, bevattende, volgens de laatste Verpondingslijsten, ruim tweeëntwintighonderd en tweeënvijftig Gemeten Lands, en honderdenzeven huizen. De Regeering der Stede oeffent, binnen de Heerlijkheid, Burgerlijk en Lijfstraffelijk Regtsgebied.
De Bailjuw, die tevens Dijkgraaf van de Bedijkinge der Heerlijkheid is, zit, ten aanzien van het Heemraadschap, met de Schepenen van Heenvliet als Heemraaden. De Stede Heenvliet is gebouwd in de gedaante van een halfrond, in welks midden een ruim Marktveld legt. De Oude Rivier de Bormise verstrekt haar tot eene haven, die haaren uitloop in de Maaze heeft. Hoewel eene opene Plaats, bezit, nogthans, Heenvliet Stads Geregtigheden, haar eerst geschonken door Heer ADRIAAN VAN KRUININGEN, EN NADerhand bevestigd door Keizer KAREL DEN V. DE Kerk, hoewel oud, is nog een fraai en groot Gebouw. De beroemde ENGEL MERULA BEKLEEdde hier weleer het Priesterampt.
Het Stadhuis staat op het Marktveld, gelijk ook het Heerenhuis, een fraai en ruim Gebouw, van agteren voorzien van aangenaame plantaadjen, in welker midden men nog heden, rondom in het water beslooten, de Overblijfzels ziet van ’t Slot Ravestein; de Kelders daar van dienen thans tot eene Gevangenisse. De Regeering, welke geheel door den Heer wordt aangesteld, bestaat uit een Bailjuw, die tevens Schout is, twee Burgemeesters, zeven Schepenen en eenen Sekretaris. Aan den Heere staat insgelijks de aanstelling van den Predikant.