Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

LAAR, PIETER VAN

betekenis & definitie

PIETER VAN DER LAAR, bijgenaamd BAMBOOTS, gebooren in het Dorp Laaren, in Gooiland, in of omtrent het Jaar 1613. Zijn vroegtijdig schrijven en tekenen met krijt en houtskool, toen hij nog een kind was, diende ten voorbode van ’t geen hij ’t eenigen dage zon worden.

Zijne Ouders, bot vierende aan ’s Kinds heerschende neiginge, deeden hem in de Schilderkunst onderwijzen. Trek na hooger vorderingen, dan hij meende hier te Lande te zullen bereiken, deedt hem al vroeg de reize na Frankrijk aanneemen, en, naa eenig vertoevens, van daar na Rome. Hier gaf men hem den bijnaam van Bambootzio, zulk eenen betekenende, die op het maaken van grappen, zonderlinge lichaamsbuigingen en kwinkslagen is afgericht. Zo wel door zijne lichaamsgestalte als vernuftigen Geest, was hij daar toe bijzonderlijk geschikt. Het enkel aanschouwen van zijnen persoon deedt straks iemand lachen. Zijn Onderlijf was driemaal langer dan zijn Bovenlijf. Hij hadt een korten Borst, met het hoofd tusschen de schouders gedooken, en bijkans geenen Hals. Onder de verscheiden staalen van VAN LAARS poetzemsakerijen, verhaalt SANDRART het volgende. Zijn bovenlijf wist hij, door zamentrekking, nog korter te maaken, dan het van natuure was. Onder het danzen, waarin hij zeer vlug en vaardig was, vertoonde hij dikmaals de gestalte van een enkel menschelijk Onderlijf, met een hoofd daar op geplaatst. Op zekeren tijd, nevens SANDRART en andere Kunstenaars, te Tiveli zich verlustigd hebbende, verliet hij heimelijk het gezelschap, steeg te paerd, en de Poort van Rome genaderd zijnde, zette hij zich in elkander, haalde het paerdedek over hoofd en buk, en reedt alzo spoorslags na binnen. Zijne vrienden, niet weetende waar hij beland ware, naa hem aan de Poort gekoomen, vraagden aan den Schildwagt om eenig narigt. Doch deeze gaf ten antwoord, geen man te paerd, maar wel het paerd van VITARINO, te hebben zien na binnen rijden, alleen met een bedekt valies daar op, en hangende aan wederzijden een paar Laarzen. Door deeze en soortgelijke vermommingen deedt hij dikmaals zijne medgezellen hartlijk lachen.Op sterk aanhouden zijner Ouderen en Vrienden keerde VAN LAAR, in den Janre 1639, na ’t Vaderland te rug. Hij zette zich met der woon neder te Haarlem, daar zijn broeder Schoolmeester was. Hier schilderde hij verscheiden stukken; die naaderhand voor een hoogen prijs verkogt wierden. Veeltijds schilderde hij Struikrooverijen en Italaansche Pleisterplaatzen. Verscheide van deeze zijn zedert in print gebragt, onder andere eene struikrooverij in eenen Rots, en de zo genaamde Kalkoven. Van wegen zijne mismaakte lichaamsgestalte, was hij veel gekweld met een benaauwden Borst; de kwaal verergerde op zijn zestigste jaar. Hier toe sloeg weerzin in het oeffenen der kunst, gevolgd van zwaarmoedigheid; door den tijd nam deeze zodanig de overhand, dat zij hem des leevens zat deedt worden, en het wanhoopig besluit neemen, om daar aan een einde te maaken, door zich zelven te verdrinken in eene waterput.

Zie HOUBRAKEN en SANDRART.



LAAREN

een Dorp in Gooiland, ongeveer anderhalf uur gaans Zuidwaarts van Naarden. Doorgaans houdt men het voor ’t oudste Dorp van ’t gantsche Gewest. Deszelfs legging is zeer vermaaklijk, uit hoofde van het geboomte en de omliggende hoogten, allen bekwaam tot Bouwlanden. In den Zomer- en Oogsttijd verschaffen deeze bekoorlijke gezigten. Men berekent het getal der Huizen op ongeveer honderdvijftig. De Kerk, met een achtkantigen Toren in den Gothischen smaak, is een oud gebouw, De Predikant van ’t nabuurig Blarikum neemt ook hier den dienst waar. Eertijds stondt de Kerk op een plek gronds, een weinig ten Westen van het Dorp, na den kant van Hilversum. Zints de Spaansche beroerten wierdt dezelve aldaar afgebroken. Nog heden draagt de bedoelde grond den naam van Laarder Kerkhof; het bestaat uit een vierkant Pleintje, op eenen heuvel van een aarden Borstweering omringd. Volgens de meening der Roomschgezinden, zouden eertijds hier veele Wonderwerken verrigt zijn. Naar mij berigt wordt, zouden nog verscheiden dier Gezinte aldaar begraaven worden.

< >