Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-07-2022

GOEDEREEDE, GOEREE

betekenis & definitie

of bij verkorting GOEREE, eene Stad in het Land van Voorne, bijna een halfuur van het Havenhoofd, aan het strand de Rivier Plakte, Uit den aanwas der boveng

gemelde Polders blijkt, dat zij eertijds nader aan Zee geleegen heeft; waar door de Scheepvaart, volgens de verhaalen, in voorige tijden merkelijk bloeide, en de Stad magtiger en volkrijker was. Volgens eene oude Keur was het zelfs ongeoorloofd, met een wagen in een straat of steeg te vertoeven, of een paard aan een stoep te binden, ten einde om den doorgang niet te belemmeren.

Goeree was voortijds met sterke muuren omringd; waar van eenige zwaare overblijfzels nog te zien zijn. Van de vijf voorige Poorten, zijn ’er niet meer dan twee, de Maria- en de Hoofdpoort, overig, met een gedeelte der Molenpoort, aan de Westzijde der Stad. De vestingwerken zijn voornamelijk na ’t Jaar 1428 in staat gebragt, en wel bepaaldelijk in den oorlog met die van Zevenbergen; waar bij de Stad een zwaaren aanval leed, welken de Burgers kloekmoedig doorstonden, en den vijand manlijk afweerden. Tien Jaaren te vooren waren zij door het Krijgsvolk van Hertog JAN van Braband aangetast.

Na dat de Brabanders Dordregt bemagtigd, en het Land van Westvoorn hadden afgeloopen, werd deeze Stad door hen geplonderd en geheel afgebrand. Door het onagtzaam uitwerpen van eenige heete asch, raakte de Stad, in het Jaar 1482, geheel in brand; door de wakkerheid der Burgeren bleeven de Kerk en ’t Gasthuis alleen ongeschonden.

Te gedenkwaardig is de heldendaad der vrouwen van Goereede, om hier verzweegen te worden. Op den 22 Julij van het Jaar 1490, kwamen Jonker FRANS VAN BREDERODE en Heer JAN VAN NAALDWYK, met 26 Schepen, voorzien van Krijgsvolk en oorlogstuig, voor de Stad Goeree, terwijl dezelve genoegzaam van Krijgsvolk en Burgerij ontbloot was, alzo de mannen, ter haringvangst, op Zee waren. Zij deeden de Stad opeisschen, en, na gedaane weigering, bestormen. Hier op begaven zig de vrouwen naar de muuren, weerden de stormers af met heete pik, teer en brandende hoepen, en volhardden hier in met zo veel kloekmoedigheid, dat de vijanden, na zeven uuren stormens, niet zonder merklijk verlies, moesten astrekken.

In de Stad was niet meer dan ééne vrouw dood geschooten. Tot loon voor deeze heldheldhaftigheid en trouwe, werd de Stad, door MARGARHETA VAN JORK, Vrouwe van Westvoorn , behalven honderd Rhijnsche guldens, beschonken met de vrijheid der Vlaschtienden.



Goereede
, gelijk uit oude aanteekeningen blijkt, werd weleer ter dagvaart van de Staaten van Holland beschreeven. Hoe wel zij, door onmagt, zedert het Jaar 1579 geene Afgevaardigden heeft gezonden, zijn, egter, in het Jaar 1609, toen ’er over het twaalfjaarig bestand werd gehandeld, eenige Gemagtigden dier Stad ter vergadering verscheenen.

Door verval van neering is Goeree zodanig vermindert, dat men, in ’t Jaar 1745, ’er niet meer dan 116 huizen telde; het getal der Inwoonders beliep toen niet meer dan 350 persoonen, behalven de kinderen onder de vier Jaaren. Dit getal vermindert nog meer dan het vermeerdert. De bewooners geneeren zig meest met den Landbouw, behalven die geenen, welke eenige daaglijksche neeringen of ambagten oeffenen, en de Schippers der vaartuigen en Marktschepen, die de vrugten, welke het Eiland voortbrengt, veelal naar Rotterdam en elders vervoeren,

De haringvangst was oudtijds aldaar de hoofdneering. Men wil dat de visschers aldaar allereerst de haring in tonnen gezouten hebben en aanwassen der droogten en plaaten was de voomaame oorzaak van het verval der Ingezeetenen; die, egter, na het bedijken der nieuwe Polders, wederom een nieuw bestaan en kostwinning kreegen,

De voornaanste Gebouwen zijn het Stadhuis en de Kerk, Het eerste werd in het Jaar 1500 gebouwd, na dat de brand van ’t Jaar 1482 het oude Gebouw verwoest had. De Kerk is een schoon Gebouw, ’t welk men, in ’t Jaar 1708, heeft begonnen te het bouwen. Zij heeft een zwaaren vierkanten toren, die zeer hoog is, waar op, agt maanden in her Jaar, gevuurd word; men wil dat dezelve, in het Jaar 1512, en dus veel laater dan de Kerk zelve, gestigt is. De Gemeente word door één Predikant bediend.

Aldaar is ook een Gasthuis, en, buiten het Havenhoofd, een Lazareth, door Gecommitteerde Raaden, in het Jaar 1737, aangelegt.

De Regeering bestaat uit den Baljuw, of liever Substitut Baljuw en Schout, twee Burgemeesteren, waar van ’er één Thesaurier is; zeven Scheepenen en één Secretaris, die het Kollegie van het Geregt uitmaaken; waarbij nog twee Weesmeesteren gevoegd zijn. Het aanstellen van den Substitut Baljuw geschied door den Baljuw van den Lande van Voorn. Tot de verkiezing der anderen Regenten, word Jaarlijks, op St. Stevensdag, den 26 December, door de Leden, die in Regeering zijn, een Nominatie gemaakt van agtien persoonen. Dit dubbel getal word overgezonden aan den Baljuw van Voorn, die ’er één Burgemeester en drie Scheepenen uit kiest, en vervolgens aan den Raad en algemeenen Rentmeester, die de vier andere Scheepenen benoemt.

De Heeren worden gemeenlijk op den laatsten December gekoozen en beëedigd, De Secretaris ontvangt zijnen last van Gecommitteerde Raaden. De twee Weesmeesteren worden uit de Leden van Regeering gekooren.

Het Wapen deezer Stad is een Burgt met een Koepel overdekt, en een zwart Anker ter wederzijde op een Gouden Veld.

Zie ALKEMADE, Beschrijving van den Briel en Lande van Voorn.

< >