gebooren te Middelburg in Zeeland, een man van meer dan gemeen vernuft; ’t geen hij op eene zonderlinge wijze heeft doen blijken, in het zamenstellen van zijn vermaard en keurig werkje: Metamorphofis Naturalis of Historische Beschrijvinge van den Oorspronk, Aard en Eigenschappen, van vreemde veranderingen der Wormen, Rupsen, Maden, Vliegen, Witjes, Bijen, Motten enz., door eigen ondervinding, beschreven en naa de konst getekent, in III. deeltjes gedrukt 1662, 1667, 1669. De twee eerste zijn door hem zelven , en het derde na zijnen dood, onder opzigt van den Hoogleeraar J.
DE MEY, in order gebragt en door des Schrijvers weduwe, opgedragen aan Gecommitteerde Raaden van Zeeland, in ’t licht gegeeven. Voor ieder deeltje ziet men ’s mans afbeeldzel. Dit werkje is met de grootste lofspraaken, door REAUMUR en anderen, vereerd. GOEDAERT was mede zeer ervaren in de Geneeskunde, hoewel zijne hoofdzaak de Schilderkonst was.
Hij overleed in het Jaar 1667 of 1668, hebbende meer dan dertig Jaaren, in het naspooren der Insecten, doorgebragt.Zie P. DE LA RUE, Geletterd Zeeland, p. 60.