Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 19-04-2022

FAY, DU

betekenis & definitie

was, in het Jaar 1588, Ambassadeur van wegen den Koning van Navarre, zo bij de Staaten Generaal, en bij de Koninginne van Engeland, als bij de Duitsche Protestantsche Vorsten. Het Gezantschap, welk hij bekleedde, had zijnen oorsprong uit de Ligue , welke de Hertog VAN GUISE gesmeed had, tegen de Hugenoten. Om deeze Ligue te niet te doen, zogt de Honing een dergeiijk verbond, ter bescherming van de Religie, met de gemelde Mogendheden in stand te brengen. De Heer DU FAY kwam, in de maand Maij des gemelden Jaars, in 's Hage, en, na vertooning van zijne credentiaalen, deed bij, den 2 van die maand, de volgende Propositie, na voorgaande inleiding, van deezen inhoud:

,, Zijne Majesteit , bidt ook hen luiden (de Staaten) dat zij continueeren in de goede affectie, die zij altijt hebben betoond, en dat zij versekert kunnen zijn, dat in alle occasien, alwaar hij middel zal hebben om hem te gebruiken, voor hemlieden, hij niet sal spaaren, noch zijne onderdaanen noch zijne middelen, veel min zijn eigen persoon. En door dien, dat de aanslagen van de gemeene vijanden, daaglijks wasschen en vermeerderen, en dat zij trachten bij alle middelen, om hen te versterken door alliantien, vrienden, volk en geld; zijne hooggemelte Majesteit , hebbende in deeze generaale Oorlog, genoeg het principaal intrest, is geresolveert, hen te Stellen tegen het voorneemen der vijanden , ende te versoeken de Vorsten en Staaten , doende Professie van de Religie, van gelijken te doen, en hen te saamen te vereenigen, met een contrarie Ligue, brengende alle haar lieder sterkte in het gemeen, en voerende alle haare middelen te zaamen. Tot welken einden zijne Majesteit hem, aan de Koninginne van Engeland, en Protestansche Vorsten, als ook aan de Staaten, heeft afgevaardigd, met versoek in die vereeniging te treeden. En door dien zijne Majesteit is verwittigd geworden dat gehandeld word , over eene vrede tusschen den Koning van Spanje en de Staaten. Zo was hij mede gelast te vertoonen, aan de Heeren Staaten, van wegen den Koning, de gewigtigheit van sodanig eene vrede, en het ongelijk dat men hem doen soude, bij aldien

men zonder noot en dwang de voornoemde vrede sloot, wijl daar door alle de magt van Spanje, ten nadeele van de Religie tegen de Religie intevallen in de Landen van sijne Majesteit, zo als reeds door de magt van Parma geschied was.”

„ Dus was hij Heer DU FAY gelast, om te protesteeren tegen alle de geenen, die tot vrede raden, waar door den val van de Kerke van Frankrijk moet veroorzaakt worden, en waar mede alle Kerken, en andere Landen haar kracht verliezen zullen. Hebbende dus hij daar tegen bij de Koninginne van Engeland geprotesteert.”

,,Kunnende hoogstgedachte sijne Majesteit zig niet genoeg verwonderen, dat zij (de Staaten) hebbende zo veele middelen, zo veel geld, zo veel goede Steden, en van rondsomme bezet door de Zee, en daarenboven geenzints geperst, om te vreesen voor een Spasche Armade, dat zij zouden willen verslaan, tot een miserable en schandelijke vrede, die hen niet dan schade kan veroorzaaken. Dat zijn exempel van op Godt te betrouwen, hun moest aanmoedigen, hun vijanden klein te agten. Aangezien hij met zeer weinig Steden, geenzints te vergelijken met de haare, heeft gestreden 3 Jaaren lang, tegen magtige partijen, tegen Frankrijk en Spanje te zaamen, zonder hem een hand breet te laaten winnen, zonder tot hier toe van iemant ondersteunt te zijn.”

„ Biddende verder zijne Majesteit dat de Staaten gelieven indagtig te zijn, dat zij met geene Prinse of Vorsten, meer geintresseert zijn, dan met hem, om dat zij te zaamen hebben eenen gemeenen vijand den Koning van Spanje, dus hoofd vijand der Protestanten, voor welke hij meer meend gedaan te hebben dan iemant anders. Waarom dan de Koning smeekt, dat de Staaten zig bij hem zullen voegen, dat zij, hem zullen zenden een Agent, om altoos goede Correspondentie te houden.”

,, De groote toebereidzelen, die de vijanden maaken, noodzaakt zijne Majesteitt, als ook het verlies van zijne Vloot, en de dood van de Prinse van Conde, mij te gelasten, u van wegen zijne Majesteit te verzoeken, hem voor deeze reize te assisteren met middelen, die hij zal proponeeren, aan de Gecommitteerden van de Heeren Staaten,”

„ Dat doch de Staaten willen gedachtig te zijn, hoe dat zijne Majesteit altoos van zijne zijde betoond heeft, de genegenheid, om hun, na zijn uitterste vermogen te helpen,” Waarvan de bewijzen door DU FAAY werden bijgebragt.

„ Dat de Heeren Staaten, ook zullen gelieven te considereeren, dat de Koninginne van Engeland, en de Prinsen van Duitsland, veel minste r geintresseert zijn, dan zij, en echter hebben dezelve zig in geenen deelen onttrokken.”

,, Versoekende hij (Heer DU FAY) dat hooggemelte Heeren Staaten, zullen gelieven te raadpleegen, op de artikulen, zo kort als mogelijk, zijnde den tijd kostbaar, en hij noodzaaklijk zal moeten tegenwoordig zijn, op de vergadering der Protestansche Prinsen, die met Pinxter staat gehouden te werden. Verzoekende verder voor hem in den zijnen eenen vrijen doortogt, enz.”

De Staaten Generaal namen daarop, den 16 Junij, deeze volgende Resolutie.

,, De Staaten Generaal der vereenigde Nederlandsche Provintien, hebben aangehoord en verstaan, ’t geene de Heer DU FAY , Ambassadeur des Konings van Navarre, mondeling heeft geproponeert, in haare vergaderingen daarna schriftelijk overgegeeven. En hebbende insgelijks behoorlijk regard geslagen , op het rapport gedaan, door de Commissarissen, uit den raad van Staate, na hunne gehoudene conferentie, met den Heer Ambassadeur, op de pointen van zijne Propositie, bedanken voor eerst den Heer Koning duisent sout, voor het faveur ende goede affeérie, die hij draagt, tot conservatie, eti voorftand, van de waare Christelijke Religie, en insgelijks tot de welstand van de Landen, biddende zijne Majesteit daarin te wille volharden, met bijvoeging, dat zij altijd gereed zullen zijn, naar haar uiterste vermogen, zo merkelijke weldaad te erkennen, dat zij niet zullen nalaaten te confirmeeren, in haar goede Resolutie, tot conservatie en voorstant van de Christelijke Religie ende den Staat deeser Lauden, met een vast vertrouwen, dat Godt Almachtig, zijne Majesteit en hen luiden, sal verleenen eenen gelukkigen uitslag, ter eere zijns naams, en tot vordering van sijn H. Woord.”

„ Hebbende gemelte Staaten met groot genoegen, uit de voorsz. Propositie verdaan, de standvastige resolutie van sijne Majesteit den Koning om niet alleen zijn eigene middelen te waagen, tegen de aanslagen van den gemeenen vijand, maar ook selve geresolveert is, als hebbende ongetwijffelt, de grootste intrest bij de gemeene saak, alle Koningen en Prinsen, doende Professie , van de Evangelische Religie, daartoe te nodigen, ten einde sij hen, door een Contra-alliantie te saamen vereenigen en verbinden, om alle haare krachten te saamen te voegen, tegen den algemeenen vijand, met middelen van defensie, en om ook andere daarin te doen treden; bedankende zijne Majedeit, voor zijn heldhaftige Resolutie, en ook voor hem, daar mede toe te nodigen, wenschende van gantscher herten, dat bij een Generaal en Christelijk verbond, van alle Koningen en Prinsen, Coeurvorsten en andere Heeren, en Republieken des H. Roomsche Rijx, geweeken van de Roomsche Religie, werden voorsien , en derselver rechtvaardige bescherming, tegen de onrechtvaardige en rampsalige aanslagen der gemeene vijanden. Gelijk sij ook gaarne souden zien, dat, de voorschreeven alliantie werde ten effecte gebracht, daar toe sij hen van haare sijde altoos willig en bereit sullen toonen, wel verstaande dat het geschiedde, met kennisse van de Koninginne van Engeland, ofte den Gouverneur Generaal van den Krijgsmagt, die sij deese Landen goedertierenlijk heeft vergunt, volgens het tractaat gemaakt tusschen haar hooggemelte Majesteit en de voorsz. Landen. Ten welken einde de gemelde Staaten, de Commissarissen, welke zij hebben goedgevonden, mitten eersien te senden naar Duitschland, en aan den Koning van Denemarken, sullen ordineeren, met gemelde Heer Ambassadeur, te houden goede correspondentie, en hem, door alle doenlijke middelen, het verbond te helpen bevorderen.”

,, Nopende het point van de vredehandelinge verhaald in de voorsz. Propositie , de voornoemde Staaten willen aan den hooggemelde Koning niet verswijgen, dat eenige maanden geleden, de Doorlugtigde Koningin van Engeland, hen luiden heeft doen voorstellen haare intentie, zo door den Heer Graave van Leycester, als naderhand, door haaren Ambassadeur Herben, dat zij in vredehandeling wilde treden , met den Koning van Spanje of met den Hertog van Parma van zijnent wegen, en dat haare Majesteit verzogt heeft, dat de Staat, bij de haare eenige Commissarissen zoude voegen. Maar, dat de Staaten voorziende de swarigheid, en apparente perijckelen, die, door het sluiten van ’t voorsz. Traclaat, stonden te vreezen tegen den Staat der Christelijke Kerke, niet alleen in deese Landen, maar ook in de nabuurige Rijken en Landen, hebben een Ambassade gesonden aan haare Majesteit , om haar de voorsz periculen en swarigheden voor oogen te stellen, ende door alle middelen te arbeiden, om haar daar van aftebrengen en te beweegen, omme niet vorder in het voorsz. Tractaat te procedeeren, ende bijaldien zij zo verre daar mede is voortgegaan, dat zij ’er niet toe zoude zijn te persuadeeren, om in sulke gevallen haar intentie nader te sondeeren, hoe men best, door het sluiten van sodanig Tractaat, de voorsz Christelijke Religie en den Staat deezer Landen, met goede versekerheid zou conserveeren. En allo Commissarissen het eerde point van haare Majesteit , niet en hebben konnen verwerven, maar alleenlijk haar intentie verdaan op het tweede, so beraatslagen nog eenige Provintien, op het rapport daar van gedaan, ende op de Propositie van de voorsz. vredehandeling,'het welk een oorsaak is, dat de Staaten, noch niet generaarlijk konnen verklaaren, wat bij alle de Provintien, op dit point generaalijk zal werden geresolveert. Doch hebbende Gedeputeerden der particuliere Provintien , respectivelijk op de tegenwoordige vergadering, gecommitteert, gesonden aan haare Principaalen, de Propositie, van den gemelden Heer Ambassadeur, omme hen te insormeeren, van de goede en heilzaame vermaaningen van zijne Majesteit , omme op dezelve zulk inzicht te neemen, als de importantie van de zaake vereischt. Gelijk mede bij de Staaten Generaal, voor so veel in hen is, gedaan zal worden.

„ Ook is de gemelte Staaten wel bekend, hoe grootelijx de gantsche Christenheid, en inzonderheid deeze Landen is geleegen, aan de conversatie van den Staat, van zijne Majesteit ende der Kerke van Frankrijk, hier bijgevoegd de goede vriendscbap en faveur van dezelve, en om deeze oorsaak sullen zij, die gaarne naar heur vermogen adsisteeren, om zijne zo Christelijke als heldhaftige Resolitien te bevestigen ende te maintineeren. Maar also de vereenigde Nederlandsche Provintien, nu bijna 22 Jaaren lang zijn gehouden geweest in een geduurige swaaren oorlog, en nog tegenwoordig gedreigt worden met een veel zwaarder magt, en ooit de deliberatie over den vredehandel zeer ontrust zijnde, en door groote oneenigheden en muitinatien gedreigd wordende, zo bevinden zig ook de Staaten deeser Landen, seer verloopen, en belast in het stuk van de Finantien en schattingen, en wel bijzonder in de zes laatste maanden; en ook bevonden, dat de tegenwoordig loopende lasten van den oorlog zeer zwaar zijn, dat het onmooglijkis sijne Majesteit de verzogte assistentie te doen, als zijne groote en gewigtige affaire vereisschen.

„ Niet te min acht neemende op sijne tegenwoordige Staat, en hoe veel de gemeene vijand der waare Christelijke Kerk uitrechte en vordere in heure aanslagen, tegens hem; so sullen de gemelte Staaten, met advijs van den Raad van Staaten, den hooggemelte Heer Koning adsisteeren, in consormatie van het inhouden van de acte en obligatie, daar van aan den voorn Heer Ambassadeur overgeleverd, met een vast vertrouwen, dat zijn Majesteit, so door sijn eigene middelen, als met hulpe van de Koningin van Engeland en andere Christelijke Koningen, Princen, Ceurvorsten, enz. binnen 5 a 6 maanden sodanig Heirleger sal sormeeren, dat met hulpe des Almagtigen, en der voorsz. middelen, de zaaken des Konings tot een gelukkige uitkomste zullen gebragt werden. So verwagten, dan de gemelde Staaten, dat mitte de voorsz. acte, ende obligatie ook sal cesseeren ’t geene geproponeert ende geadviseert is, bij den Heere Johan Casimir en Doctor Gerard Voet. die in den voorleeden winter, door den Heer Paltzgraave den Hertog Johan Casimir, om gelijke assistentie herwaards gezonden zijn geweest, gelijk het ook in de daat cesseert in regart van den tijd die verstreeken is. Versoekende gemelde Staaten, dat zijn Majesteit hem versekerd wil houden, van de goede affectie ende adsistentie ten zijnen dienste, en in regard van dien de affaireun deeser Landen, in zijne Koninklijke recommandatie te houden, enz. enz."



Resolutie van de Staat en Geneaal
, den 16 Junij, van het Jaar 1588.

< >