Kardinaal, Aardsbisschop van Avignon en Montreal, Bisschop van Parma, enz. was een zoon van PETRUS ALOISIUS FARNESE, en kleinzoon van Paus PAULUS DEN III, gebooren te Rome, den 7 October, in het Jaar 1520. Paus CLEMENS DE III schonk hem, onder verscheiden Kerklijke bedieningen, ook het Bisdom van Parma. Op onderscheidene tijden is hij geweest Bisschop van Massa, Spoleto, enz. Aartspriester van St. Maria Maggiore, en van St. Pieter, te Rome; Proost van Wisburg. Reeds in het 14 Jaar zijns ouderdoms, werd hij, door zijnen grootvader, tot het Purper verheven.
Zijn doordringend verstand en groote bekwaamheden deeden dien zelfden Paus besluiten, hem, als Gezant, naar Frankrijk te zenden, om tegenwoordig te zijn bij de zamenkomst, die aldaar, in ’t Jaar 1539; tusschen Koning FRANCOIS DE I en Keizer KAREL DEN V, stond gehouden te worden. Den Keizer naar de Nederlanden gevolgd zijnde, moest hij de geringe trouw van dien Vorst, kort daarna, ondervinden, en naar Italië wijken. Te Genua voegde hij zig weder bij hem, en overreedde hem tot een mondgesprek met den Paus, dat gehouden werd, in het Jaar 1543 , te Busetto, gelegen tusschen Parma en Piacensa. Twee Jaaren daarna was bij op den Rijksdag te Worms, ea gaf zig veel moeite, tot de opening van de Kerkvergadering te Trente, die op den 13 December van dat Jaar eenen aanvang nam. Ten tijde des overlijdens van zijnen grootvader Pause PAULUS DEN III , was bij te Rome, gelijk ook bij de verkiezing van JULIUS DEN III, die tot de Pauslijke waardigheid verheven werd, den 8 Februarij, in het Jaar 1555. Schoon deeze veele verpligting had aan den Kardinaal, verbond hij zig, echter, met den Keizer tegen Parm, waarom FARNESE raadzaam oordeelde, naar Avignon te wijken; van waar hij niet dan na den dood van JULIUS DEN III, in het Jaar 1555, naar Rome terug keerde, daar hij toen MARCELLUS DEN II op den zetel vond, die hem als zijnen vriend ontving. MARCELLUS kort daarna overleden zijnde, was hij voorzitter in ’t Conclave, door ’t welk Paus PAULUS DE IV verkooren werd: onder de Regeering van deezen, gelijk ook van andere volgende Paussen, werden FARNESE ‘S verdienden zeer hoog geacht. Onze ALEXANDER FARNESE, die veele achting had voor alle geleerden, is gestorven den 2 Maart van het Jaar 1589, en werd begraaven in de Kerk van de Paters Jesuiten te Rome, daar hij zelve de stichter van was. Zijn Grafstede, van rood marmer, is nog heden te zien, voor de trappen van het groot Altaar.
AUBERY, Hist. des Card. THUANUS.