Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 06-03-2022

EVERSDYK, WILLEM

betekenis & definitie

de zoon des naastvoorgaan. den, bloeide, omtrent het midden der voorgaande Eeuwe, en was een voortreffelijk Pourtraitschilder; de afbeeldzels, in Zeeland, en elders, nog in wezen, kunnen daar van ten bewijze strekken. Op de groote Zaal van het Schuttershof, te Middelburg , zijn nog groote Schilderstukkeu van hem voorhanden, verbeeldende eenige Burger Officieren, en van de order Confrerie, allen levensgroot.

Hij had in huwelijk BLASINA VAN OSSENWAARDE, en bij haar twee Dogters, ADRIANA en FRANCOISE MARIA, welke beide den geestelijken stand aannamen; de laatste overleed in het Jaar 1735; met haar is die tak van het Geslacht van EVERSDYK, in Zeeland, uitgestorven.Zie LA RUË, Geletterd Zeeland, bl. 396, 432 en 524.

VAN HENGEL, Lijkreden op W. Eversdijk; Levensbeschrijving van beroemde Mannen, enz.

< >