Heer van, mede een der getrouwste Voorstanders der Vrijheid, waarvan hij, bij de volgende gebeurtenissen, doorslaande blijken gaf. Met den Heer VAN RESOIR, mede afkomstig uit den huize VAN DER NOOT, na den gelukkigen veldslag bij Heiligerlee, in het jaar vijftien honderd agt-en-zestig, smeedde hij den aanslag, om den Hertog VAN ALBA te ligten; waartoe zij zig den tijd, geduurende de Vasten, als de Hertog naar het Klooster Groenendaal, bij Brussel , vertrokken was, meenden ten nutte te maaken.
CARLO, als een Monnik verkleed, begaf zig, om, zo als hij voorgaf, den Hertog te ontwijken, in het gemelde Klooster, verwachtende aldaar een bekwaame gelegenheid. Om den aanslag te volbrengen, waren ’er zes of zeven honderd paarden besteld, die zig in de nabuurschap onthielden, en daarenboven vijfhonderd Knegten aangenomen, die, in en om Brussel , op hunne hoede moesten zijn. Maar het ongeluk wilde, dat onder die menigte zig een verrader bevond, die, kort voor den aanslag, denzelven, aan den Heere VAN LIQUES, dien hij voorheen gediend had, kenbaar maakte, en waarna dezelve niet lang voor ALBA verborgen bleef. De Verrader wist, echter, niemand te noemen, die kennis van den aanslag had, dan zijnen Hopman, die weleer als Ruiter onder de benden, van den Graave VAN EGMOND gediend had. Deze, gevat zijnde, stond manlijk alle folteringen, en zelfs den dood door, zonder iemant te beklappen. Dus bleef CARLO, voor het gevaar, dat hem dreigde, beveiligd, en in staat om nadere blijken van zijne zucht voor de vrijheid te geeven.
Dit deed hij voornaamlijk in het beleg van Haarlem, alwaar, door den Heer VAN BATENBURG, aan hem, als een dapper man, het bevel betrouwd werd over zes honderd Ruiters, zeven Veldstukken en vier honderd Wagens met krijgs- en mondbehoeften. Doch de ongelukkige uitslag van deze onderneeming kostte niet alleen aan een groote menigte dappere mannen, maar ook aan den Heere VAN CARLO het leven. Zie verder van hem op het Art NOOT, (VAN DER).
Zie VAN METEREN, III. Boek, fol. 50. IV. Boek, fol. 80.
