BOOTH, François of Frank

betekenis & definitie

tweede zoon van ARNOLD, en kleinzoon van CORNELIS, overleeden 1557, oud zijnde zeventig jaaren, was Advocaat voor den Hove van Holland. Keizer KAREL DE VIJFDE deed hem een Raadsheersplaats ten Hove aanbieden; dan BOOTH wees het aanbod af. Hij had, bij zijne vrouw CHRISTINA VAN OUDSHOORN, gestorven 1529, eenen zoon, DOMINICUS genaamd, die Raad-Extraordinair in den Hove van Holland was in 1549, en Raad Ordinaris in 1557; hij stierf, 1573, te Utrecht. Deze verwekte, in zijn huwelijk met CATHARINA VAN MONTFOORT (overleeden 1605, in ’s Hage), CRISTINA, die zig in den echt begaf met DIRK HERWEIJER, Advocaat voor den Hove van Holland; MARIA, de huisvrouw van NICOLAAS VAN WESEL, 1583 en 1584 Schepen te Dordrecht; MARGRETHA, die huwde, eerst met JOHAN UTENENG, en daarna met JACOB VAN COEVERDEN; JOSINA, huisvrouw van JOHAN VAN WESEL, broeder van NICOLAAS; FRANÇOIS, gesneuveld in den Slag van Gemblours (1578); JOHAN (1570) in het gevolg van den Graave VAN BOSSU, op de reize, met ANNA VAN OOSTENRIJK, naar Spanje, gestorven; DOMINICUS; JACOBA, huisvrouw van MAXIMILIAAN DE POTTERE, Advocaat voor den Hove van Holland.