geboren te Middelburg, was Hoogleeraar in ’t Kanonike recht, Zanger in de Kerk van St. Gedula te Brussel, Generaal Vicaris des Bisschops van Kamerijk (HENDRIK DE BERGES).
Hij heeft geschreeven de Praecellentiae Potestatis Imperatoriae, Antw. 1502, Rome 1503, in 4to; van welk boek de vermaarde ERASMUS een uitmuntend getuigenis gegeeven heeft, in een Brief aan den Schrijver, roemende daarin zijn levendig vernuft, onvermoeide naarstigheid, te zeldzamer in dien tijd, wijl dit alles in hem gepaard ging met het genot van overvloed en tijdelijke middelen; zijne waakzaamheid in zo veel bewinds; en eindelijk zijne uitgebreide geleerdheid, in alle takken van Wetenschappen.Zie VAL. AND. ERASMI Epistolae; Oudh. van Zeeland; LA RUE, Geletterd Zeeland.