Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

ALTENA (HEERLIJKHEID)

betekenis & definitie

de Heerlijkheid van dien naam, bevat in zig het Land, hier boven beschreven, en was eertijds een Leen van de Graaven van Kleef, tot dat zij, in het Jaar 1332, door Graaf WILLEM DEN GOEDEN, van Graave DIRK VAN KLEEF, gekogt werd. De eigenlijke Heerlijkheid heeft, (volgens GOUDHOEVEN en VAN LEEUWEN) al zedert het Jaar 1185, aan de Heeren VAN HOORN (naderhand Graaven) behoord; waar uit men besluit, dat de Heeren of Graaven VEN HOORN Leenmannen waren, of altijd geweest zijn, van de Hollandsche Graaven, sedert dat Heer WILLEM VAN HOORN de Erfdochter des Heeren VAN ALTENA trouwde.

Bij de opgemelde Schrijvers, en bij VAN BALEN, in zijne Beschrijving van Dort, leest men: „ ln het Jaar 1290, heeft Dirk, Grave van Kleef, in 's Haage, aan zijnen Neef, Grave Floris van Holland, overgegeeven de Heerlijkheid van Heusden van Altena, met het Slot en de Stede Woudrichem.” De Heerlijkheid van Heusden was dus een heerlijk Leen van Holland, en JAN DE ZEVENTIENDE een Leenman van Graave FLORIS.Heer WILLEM VAN HOORN trouwde, omtrent het Jaar 1310, Vrouwe ODA, Erfdochter van Heere KLAAS VAN PUTTEN en STRIJEN, in Holland. Drie Dogters won hij bij dezelve; de eerste was genoemd JOHANNA VAN HOORN, van Moeders zijde Vrouwe van Putten en Strijen, en van Vaders zijde Vrouwe van Gaasbeek; haar Man was Heer JACOB VAN ABCOUDE en WIJK. De tweede huwde aan JAN VAN HEUKELOM; de derde, Vrouw ODA, werd de Gemalin van Heere JAN VAN POLANEN VAN DER LEK. Heer WILLEM VAN HOORN hertrouwde, na den dood van ODA, aan de Dogter van den Graave van Kleef, en won daar bij twee Zoonen, GERARD VAN HOORN en ALTENA, die zonder Kinderen, in den slag voor Stavoren sneuvelden. (Zie verder de Geslachtlijst van de Graaven VAN HOORN, tot op FILIP VAN MONTMORENCIJ, Graaf VAN HOORN en Heer VAN ALTENA, ter plaatze daar van hem en zijnen dood, in 1568, gesprooken zal worden.)

De gemelde FILIP VAN MONTAIORENCIJ, had, bij Testament, zijne goederen gemaakt aan zijne Gemalinne, Vrouwe WALBURG VAN NIEUWENAAR. ALBA, weet men, verklaarde dezelve voor verbeurd; doch door de Gendsche bevrediging kwamen zij weder aan Vrouwe WALBURG. Vóór haar overlijden, in ’t jaar 1600, had zij het steedje Woudrichem, en de Heerlijkheid Altena, aan de Staaten van Holland verkocht, voor 90,000 guldens. Aldus is het land van Altena, eertijds een Leen, een Domein van Holland geworden.

Men zie GOUDHOEVEN; VAN LEEUWEN; VAN BALEN; VAN MEETEREN; BOR en anderen; alsook VOSSIUS.

< >